20 043 Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa

Nr. BH/ 117 VERSLAG VAN DE ZITTING 2018 (VIERDE DEEL)

Vastgesteld 20 december 2018

1. Inleiding

Van 8 tot en met 12 oktober vergaderden acht leden van de Staten-Generaal met hun collega's van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa in Straatsburg1. Het betrof de Eerste Kamerleden Van de Ven (VVD; delegatieleider), De Bruijn-Wezeman (VVD), Kox (SP), Oomen-Ruijten (CDA), Overbeek (SP), Stienen (D66) en Strik (GroenLinks) en het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA).

Tijdens deze sessie stond een groot aantal onderwerpen op de agenda. Meest prominent was het debat over het rapport met hervormingsvoorstellen om de drempel te verhogen om geloofsbrieven aan te vechten en een delegatie stemrecht te ontnemen. Dit debat kon niet los worden gezien van de politieke situatie omtrent de afwezigheid van de Russische delegatie aan de Assembleevergaderingen. Het vaststaande vragenuur met de secretaris-generaal van de Raad van Europa, Throbjorn Jagland, stond in het teken van het niet-betalen van de contributie door Rusland en de budgettaire gevolgen. Naast een volle vergaderagenda had de delegatie in Straatsburg een ontmoeting met mevrouw Carlien Scheele, een Nederlandse die als Senior Gender Equality Adviser bij de Raad van Europa werkt. De delegatie is hiertoe goed ontvangen bij de Nederlands Permanent Vertegenwoordiger, de heer Böcker.

2. Nederlandse interventies in plenaire debatten

De Assemblee debatteerde op 8 en 9 oktober over een lang verwacht rapport inzake versterking van het besluitvormingsproces van de Parlementaire Assemblee inzake geloofsbrieven en stemrecht van de Belgische parlementariër De Sutter. In dit rapport (doc. nr. 14621, 2018) deed zij voorstellen om de interne procedures van de Assemblee zo te hervormen, dat de drempel verhoogd zou worden om de geloofsbrieven van een delegatie aan te vechten en een delegatie de stemrechten te ontnemen. Hoewel dit debat in eerste aanleg over de eigen werkwijze van de Assemblee ging, kon het niet los gezien worden van de politieke situatie dat het Russische parlement al enige jaren geen delegatie meer naar Straatsburg stuurt en sinds juli 2017 geen contributie meer betaalt aan de Raad van Europa. Twee leden van de Nederlandse delegatie voerden namens hun respectievelijke politieke groepen het woord in dit debat. Het lid Van de Ven sprak zich namens de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa (ALDE) uit tegen het rapport, dat volgens hem de integriteit van de Assemblee zou ondermijnen. Zijn fractie zag geen positieve bijdrage van Rusland om het conflict van de afgelopen jaren op te lossen. Hij meende dan ook dat het beter was om de huidige interne procedures niet aan te passen. Het lid Kox noemde namens Verenigd Europees Links (UEL) het voorstel van De Sutter een «verstandig compromis», dat de geloofwaardigheid van de Assemblee zou versterken. Het zou duidelijk maken dat delegaties verplicht zijn om geloofsbrieven aan de Assemblee aan te bieden. Ook zou het laten zien dat een land, dat lid is van de Raad van Europa, actief hoort deel te nemen aan alle instellingen van de organisatie en zich niet kan terugtrekken uit de Assemblee, als daarin kritiek op het betreffende land wordt geleverd. Na een lang debat besloot mevrouw De Sutter haar voorstel niet in stemming te laten komen en terug te verwijzen naar de commissie voor het reglement van orde, immuniteit en institutionele zaken («Rules Committee»).

In een debat met de Kroatische Minister van Buitenlandse Zaken op 10 oktober vroeg mevrouw Strik hoe zij een vervolg wilde geven aan het interne corruptieonderzoek dat de Assemblee eerder dit jaar had laten doen. Daaruit was gebleken dat de Azerbeidzjaanse regering een spilfunctie speelde in het omvangrijke corruptieschandaal dat vorig jaar aan het licht kwam. Zou de Kroatische Voorzitter van de Raad van Europa maatregelen nemen om dit gedrag te bestraffen en in de toekomst te voorkomen? De Kroatische Minister verwees in haar antwoord naar de taak van GRECO, de anti-corruptie waakhond van de Raad van Europa, die erop moet toezien dat lidstaten corruptie bestrijden. De heer Kox vroeg in hetzelfde debat naar de recente verkiezingen in Bosnië. Drie buitenlandse staatshoofden hadden in de aanloop naar die verkiezingen hun steun voor een kandidaat uitgesproken: president Poetin, president Erdogan en de Kroatische premier Plenkovic. Was deze buitenlandse inmenging verstandig, wilde Tiny Kox weten. De Kroatische Minister antwoorde dat haar land zich mede garant had gesteld voor het vredesakkoord van Dayton. Om die reden, en als naast buurland, had Kroatië groot belang bij een stabiel en vreedzaam Bosnië. De steunbetuiging van haar premier moest in die context gezien worden.

In een plenair debat op 10 oktober over het bereiken van gelijkheid ongeacht seksuele oriëntatie (doc. nr. 14620, 2018) onderstreepte het lid Stienen namens ALDE het belang van sociale acceptatie van zogenaamde regenboogfamilies. In veel landen, waaronder Nederland, is al enorme voortgang gemaakt in het aanpassen van wetten, die gelijkheid voor koppels van hetzelfde geslacht in de weg staan. Voorts sprak zij in een debat op 8 oktober over de waarnemingsmissie bij de presidentiële en parlementaire verkiezingen in Turkije op 24 juni jl. en bracht daarbij ook haar eigen inzichten als verkiezingswaarnemer in. De heer Cox stelde in hetzelfde debat de weigering van toegang tot Turkije van een aantal internationale waarnemers aan de orde. De heer Omtzigt bracht hier in dat de staat van de mensenrechten binnen de Raad van Europa niet zijn verbeterd en er zorgelijke trends waarneembaar zijn, zoals de verkiezingen onder «state of emergency» in Turkije, corruptie in Azerbaijan en moord op een journalist in Bulgarije.

Over de behandeling van Palestijnse minderjarigen in het Israëlisch rechtssysteem (doc. nr. 14 583,2018) merkte mevrouw De Bruijn-Wezeman in het plenaire debat op dat het opgroeien van jongeren in conflictsituatie en gemanipuleerd door ouders, dit de houding van de jongeren verhard en destructief werkt.

In het plenaire debat over ongelimiteerde toegang van de monitoringsorganen van de Raad van Europa tot de lidstaten, inclusief de «grijze zones» (conflictgebieden) (doc. nr. 14619, 2018) maakte de heer Overbeek de kanttekening dat met de voorgestelde aanbevelingen zeker vooruitgang wordt geboekt, maar dat opgepast moet worden voor misbruik door derde partijen.

In 2010 verongelukte bij Smolensk een Pools vliegtuig met aan boord de Poolse president en 95 andere personen. Op 12 oktober werd het rapport over een Pools vliegtuigongelijk uit 2010 (doc. nr. 14607, 2018) van het lid Omtzigt gepresenteerd in de plenaire vergadering. In dit rapport wordt er bij Rusland aangedrongen de wrakstukken van het vliegtuig zo snel mogelijk over te dragen aan de Poolse autoriteiten. De heer Van de Ven merkte in het debat op dat in deze kwestie het menselijke aspect van de nabestaanden voorop zou moeten staan, en niet de politieke confrontatie tussen twee lidstaten. De heer Overbeek riep op tot de-escalatie van het conflict tussen Rusland en Polen over deze kwestie. Hij stelde diplomatieke bemiddeling voor, gericht op een praktische oplossing, waarbij recht wordt gedaan aan de wederzijdse emotionele gevoeligheden.

3. Nederlandse interventies in de commissies

Als rapporteur inzake het beschermen van de rechten van personen met psychosociale problemen organiseerde mevrouw De Bruijn-Wezeman op 9 oktober een hoorzitting met de commissie sociale zaken, gezondheid en duurzame ontwikkeling en de commissie gelijkheid en non-discriminatie. Onderwerp van discussie was een concept protocol van de bioethische commissie van de Raad van Europa waarin staat dat gedwongen opname van mensen met psychosociale problemen mogelijk is. Een meerderheid van de sprekers, waaronder Raad van Europa Commissaris voor de Mensenrechten, Dunja Mijatović, was stellig dat gedwongen opname niet meer van deze tijd is, strijdig is met de mensenrechten en de menselijke waardigheid aantast. De Raad van Europa zou naar hun mening moeten afzien van het protocol en met betrokken partijen werken aan alternatieve maatregelen.

De heer Van de Ven is in de commissie voor het reglement van orde, immuniteit en institutionele zaken («Rules Committee») benoemd voor een periode van drie jaar tot rapporteur voor het budget van de Raad van Europa. Onder voorzitterschap van mevrouw Oomen-Ruijten gaf op 10 oktober de Mensenrechtencommissaris van de Raad van Europa, Dunja Mijatovic, een toelichting op haar prioriteiten in de politieke commissie. Zij richt zich ondermeer op de positie van vrouwen en kinderen binnen het migratiebeleid, veiligheid van journalisten, toegang van NGOs tot landen en ontwikkelingen op gebied van kunstmatige intelligentie en de effecten daarvan op de mensenrechten. Daarnaast hield de politieke commissie op 9 oktober een hoorzitting over de criteria waaronder referenda in de lidstaten zouden moeten plaatsvinden.

Voor zijn onderzoek naar de moord op de Maltese journalist Daphne Caruana Galizia in oktober 2017 organiseerde de heer Omtzigt een openbare hoorzitting op 8 oktober in de commissie voor juridische zaken en mensenrechten met buitenlandse getuige-deskundigen. Zij boden inzicht in de staat van de rechtsstaat in Malta en in het verloop van het onderzoek dat de Maltese autoriteiten zelf uitvoeren. Het onderzoek dat Omtzigt in opdracht van de Assemblee uitvoert, gaat ervan uit dat de moord lang van tevoren was gepland, dat het onderzoekswerk van mevrouw Galizia het motief was en dat de gearresteerde verdachten waarschijnlijk in opdracht handelden. De Assemblee hoort in dit onderzoek ook getuigen anoniem. De commissie besloot om in januari 2019 een tweede hoorzitting te houden met deskundigen van de Maltese autoriteiten en met familieleden van Daphne Caruana Galizia. Tevens vraagt de commissie een nader advies van de «Venice Commission» over bepaalde juridische aspecten van het onderzoek.

4. Overige

Tijdens de week van vergaderingen, werden er diverse «side-events» georganiseerd. Mevrouw Strik verleende haar steun aan een bijeenkomst over het verbeteren van het Europese migratiebeleid middels uitspraken van het Europees Hof van de Mensenrechten. De heren Van de Ven en Kox waren betrokken bij een «side event» over de mensenrechten en rechtsstaatontwikkelingen in Polen.

De Parlementaire Assemblee opende haar sessie met het toekennen van de zesde Václav Havel mensenrechtenprijs aan Oyub Titiev, hoofd van het Memorial Human Rights Centre in Grozny, Tsjetsjenië. Deze organisatie doet onderzoek naar marteling, ontvoering en buitengerechtelijke executies in de noordelijke Kaukasus. Met deze prijs wordt de heer Titiev erkent voor zijn uitzonderlijke inzet voor de mensenrechten in zijn land, en het persoonlijke risico dat hij daarmee neemt. De prijs werd in ontvangst genomen door de heer Cherkasov, bestuursvoorzitter van de organisatie, aangezien Titiev sinds januari 2018 in gevangenschap zit.

De voorzitter van de delegatie, Van de Ven

De griffiers van de delegatie, Westerhoff Bakker-de Jong

Naar boven