C
MEMORIE VAN ANTWOORD
De regering heeft met belangstelling kennisgenomen van het voorlopige
verslag van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij het
wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de Werkloosheidswet dat beoogt de
reïntegratie-instrumenten preventief in te zetten, de reïntegratietaak
aan overheidswerkgevers op te dragen en WAO-herbeoor- deelden te ondersteunen
bij scholing en scholing in het kader van de WAJONG te subsidiëren.
De regering dankt de commissie voor haar bereidheid het verslag binnen
een korte termijn op te stellen.
Uit het verslag leidt de regering af dat, evenals in de Tweede Kamer,
bij de fracties steun bestaat voor het wetsvoorstel.
De vragen van de leden van de commissie zien alle op de in het wetsvoorstel
voorgestelde verschuiving van de reïntegratieverantwoordelijkheid naar
overheidswerkgevers.
Het was deze leden opgevallen dat voor deze toedeling dezelfde argumenten
worden gehanteerd als voor private werkgevers. Voor overheidswerkgevers geldt
het uitgangspunt dat financiële prikkels vanzelf tot een effectief en
efficient reïntegratiebeleid zullen leiden nog sterker dan voor marktpartijen,
zo begrijpen zij de minister. De regering acht het aan private werknemers
toekomende instrument van de (individuele) reïntegratieovereenkomst (IRO)
voor overheidswerknemers wenselijk noch noodzakelijk. Echter, een IRO is behalve
een recht voor de werknemer, ook een signaal voor de overheid, zo merkten
deze leden op. Naarmate werknemers minder tevreden zijn over de bemoeienis
van de eigen werkgever zullen zij vaker hun toevlucht tot zo'n IRO nemen.
Deze leden vragen of de minister het eens is met deze stelling.
Door dit wetsvoorstel wordt de reïntegratieverantwoordelijkheid voor
overheidswerknemers die werkloos zijn geheel bij de overheidswerkgever gelegd.
Aangezien de overheidswerkgever eigenrisicodrager is voor de betaling
van de WW-uitkeringen, is hij er financieel bij gebaat om zijn werknemer die
werkloos is geworden (of dreigt te worden) zo snel en efficiënt mogelijk
naar ander werk toe te leiden. De overheidswerkgever kan in samenspraak met
de werknemer komen tot maatwerk. De IRO heeft tot doel om uitkeringsgerechtigden,
die de eigen reïntegratie vorm en inhoud willen geven, de mogelijkheid
te bieden om buiten de formele aanbestedingsprocedure van het UWV om een reïntegratiebedrijf
te contracteren. De overheidswerkgever heeft daarentegen niet te maken met
een formele aanbestedingsprocedure. De werkloze overheidswerknemer kan met
zijn overheidswerkgever derhalve afspreken de reïntegratieondersteuning
naar eigen inzicht vorm te geven.
Deze leden vroegen zich voorts af of de regering haar veronderstelling
dat overheidswerkgevers een effectief en efficiënt reintegratiebeleid
voeren, ooit toetst. Onderneemt zijn ambtsgenoot op Binnenlandse Zaken hierop
actie en zo ja, wordt de minister van deze toets op de hoogte gehouden? Wordt
er ergens geregistreerd of en zo ja hoe vaak gemeenten, provincies of ministeries
een eigen werkzoekende bij het UWV aanmelden voor sanctionering? Is de regering
bekend hoelang bij werknemers in dienst van een gemeente, provincie of het
rijk de gemiddelde werkloosheidsduur bedraagt en hoe deze duur zich verhoudt
tot de werkloosheidsduur bij werknemers in de markt?
Daar de verantwoordelijk bij de overheids(sector)werkgever ligt, wordt
er nu op centraal niveau niet bezien of het door de overheidswerkgevers gevoerde
reïntegratiebeleid effectief en efficiënt is. Ik ben voornemens
om twee jaar na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel een evaluatie te laten
uitvoeren van de reïntegratie-inspanningen van de overheidswerkgevers
ten behoeve van hun ontslagen werknemers. Deze evaluatie zou zo vorm gegeven
kunnen worden dat de ervaringen van uitkeringsgerechtigden en werkgevers middels
een representatieve steekproef in kaart worden gebracht. Ook kan een meer
kwantitatieve evaluatie inzicht bieden in mogelijke verschillen tussen de
werkloze overheidswerknemers en werklozen in de marktsector qua aantal werklozen
en duur van de werkloosheid. Beide Kamers worden hierover voor 1 januari
2008 geïnformeerd.
Het UWV legt via de reguliere verantwoordingsinformatie verantwoording
af over de opgelegde sancties. De sancties die aan (ex-)overheidswerk- nemers
zijn opgelegd, maken daarvan onderdeel uit. Er vindt geen expliciete uitsplitsing
plaats tussen ex-overheidswerknemers en andere werklozen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus