30 016
Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het preventief inzetten van reïntegratietaak aan overheidswerkgevers, het ondersteunen van WAO-herbeoordeelden bij scholing, het subsidiëren van scholing in het kader van de WAJONG en enkele andere wijzigingen in wetten die de reïntegratie-instrumenten betreffen

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 22 juni 2005

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het maken van de navolgende opmerkingen en het stellen van de navolgende vragen.

De leden van de commissie hadden met belangstelling en op grote onderdelen met instemming kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij hadden wel een vraag ten aanzien van de verschuiving van de reïntegratieverantwoordelijkheid naar overheidswerkgevers.

Het was deze leden opgevallen dat voor deze toedeling dezelfde argumenten worden gehanteerd als voor private werkgevers. Voor overheidswerkgevers geldt het uitgangspunt dat financiële prikkels vanzelf tot een effectief en efficiënt reïntegratiebeleid zullen leiden nog sterker dan voor marktpartijen, zo begrijpen zij de minister. Immers, overheidswerkgevers zijn eigenrisicodrager voor de WW en hebben dus zelf groot belang bij een snelle en succesvolle reïntegratie. Om die reden acht de regering het door de wetgever faciliteren van een door overheidswerkgevers in te zetten preventie, niet opportuun. Ook het aan private werknemers toekomende instrument van de (individuele) reïntegratieovereenkomst acht de regering voor overheidswerknemers wenselijk noch noodzakelijk.

Echter, een individuele reïntegratieovereenkomst is behalve een recht voor de werknemer, ook een signaal voor de overheid, zo merkten deze leden op. Naarmate werknemers minder tevreden zijn over de bemoeienis van de eigen werkgever zullen zij vaker hun toevlucht tot zo'n individuele overeenkomst nemen. Is de minister het met deze stelling eens? Zo ja, acht hij het ontbreken van dit signaal dan niet problematisch? Zo nee, waarom niet?

Tegelijk is zo'n individuele overeenkomst een instrument in handen van de werknemer om de eigen reïntegratie ter hand te nemen en daartoe zelf een reïntegratiebedrijf uit te kiezen. Waarom zou dit recht, dat werknemers in de private sector wel hebben, althans na accordering door het UWV, niet mogen toekomen aan werknemers bij het rijk, de gemeente of een provincie?

Deze leden vroegen zich voorts af of de regering haar veronderstelling dat overheidswerkgevers een effectief en efficiënt reïntegratiebeleid voeren, ooit toetst. Onderneemt zijn ambtsgenoot op Binnenlandse Zaken hierop actie en zo ja, wordt de minister van deze toets op de hoogte gehouden? Wordt er ergens geregistreerd of en zo ja hoe vaak gemeenten, provincies of ministeries een eigen werkzoekende bij het UWV aanmelden voor sanctionering? Is de regering bekend hoelang bij werknemers in dienst van een gemeente, provincie of het rijk de gemiddelde werkloosheidsduur bedraagt en hoe deze duur zich verhoudt tot de werkloosheidsduur bij werknemers in de markt?

De leden van de commissie zagen het antwoord van de bewindsman c.q. de verantwoordelijke bewindslieden met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de commissie,

Van Driel

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Van den Berg (SGP), Van Leeuwen (CDA) (plv.voorzitter), Swenker (VVD), De Wolff (GL), Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije (VVD), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Van Driel (PvdA) (voorzitter), Vedder-Wubben (CDA), Van Dalen-Schiphorst (CDA), Schouw (D66), Leijnse (PvdA).

Naar boven