B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR MILIEU1
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel gaf de commissie aanleiding
tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de fractie van de PvdA hebben
met belangstelling kennisgenomen van het voornoemde wetsvoorstel. Zij stellen
de staatssecretaris nog een enkele nadere vraag omtrent de informatierelaties
en de praktijk van informatie-uitwisseling tussen overheden en burgers.
Zij vragen de staatssecretaris allereerst om de actieve en passieve informatieplicht
in dit wetsvoorstel nader voor hen te definiëren. Milieu- en gezondheidseffecten
van beleid zijn vaak nauw verwant aan elkaar. In hoeverre valt de informatie
omtrent gezondheidseffecten door milieuschade ook onder de informatieplicht?
Vervolgens hebben deze leden behoefte aan verduidelijking van de werking
van beide vormen van informatieplicht aan de hand van enkele concrete situaties.
Zijn overheden bijvoorbeeld ook verplicht actief informatie aan burgers te
verschaffen wanneer beleid mogelijkerwijs schade aan milieu en gezondheid
aanricht, maar die schade niet eenduidig is vastgesteld en daaromtrent dus
onzekerheid bestaat? Hoe wenselijk acht de staatssecretaris het
dat overheden in situaties van vermoedens van gezondheidseffecten door milieuschade,
zoals bij de plaatsing van de UMTS masten, burgers actief informeren omtrent
die vermoedens?
Deelt de regering de opvatting van de leden van de PvdA-fractie dat burgers
ook zelfstandig de mogelijkheid moeten hebben om goed gestructureerde en gewaarborgde
informatie omtrent milieu- en gezondheidseffecten van bijvoorbeeld ruimtelijke
en infrastructurele ontwikkelingen in hun omgeving te kunnen raadplegen? Zo
ja, op welke wijze werkt de regering aan de invulling van die mogelijkheden?
Behoort bijvoorbeeld een postcode informatiesysteem tot de mogelijkheden,
waarbij burgers na het invoeren van hun postcode een actueel zicht krijgen
op de milieuen gezondheidssituatie in hun buurt of wijk?
Tenslotte vragen de leden van de fractie van de PvdA aan de staatssecretaris
om inzicht te geven in de betekenis van deze wetswijziging voor parallel lopende
wetgevingstrajecten en de uitvoering daarvan, zoals het Besluit Luchtkwaliteit
en de wijziging van de Wet Bodemsaneringen.
De leden van de fractie van de PvdA wachten met belangstelling de antwoorden
van de staatssecretaris af.
Ook na de uitvoerige beantwoording van vragen van de SP-fractie in de
Tweede Kamer blijven de leden van de SP-fractie
in de Eerste Kamer zitten met een aantal wezenlijke vragen. Deze vragen hebben
te maken met het openbaar maken van milieu informatie.
Wie bepaalt nu in concrete gevallen of een gemeente of openbaar lichaam
bepaalde informatie openbaar maakt? Hoe actief of passief moeten ze daarin
zijn? Wie toetst dat? Wie controleert of de openbaar gemaakte gegevens kloppen?
Wie is aansprakelijk als het niet gebeurt waar het wel zou moeten en als de
informatie niet klopt en er toch een calamiteit gebeurt?
Wie stelt de kaders op en wie stuurt?
De invloed van de toestand van het milieu, bodem, lucht en waterkwaliteit
is van invloed op de (volks)gezondheid. Het is soms erg moeilijk om een verband
te bewijzen, vermoedens hard te maken. Bij wie ligt de bewijslast als gezondheidsschade
wordt vermoed?
Hoe ver is de staatssecretaris van VROM dan wel de minister van VWS met
het openbaar maken van inspectieresultaten van de Voedsel en Waren autoriteit?
De leden van de SP-fractie wachten met belangstelling de beantwoording
van de vragen af.
De voorzitter van de commissie,
Meindertsma
De griffier van de commissie,
Van Dooren