G
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
EN VOOR FINANCIEN1
De nadere memorie van antwoord gaf de leden nog aanleiding tot het stellen
van de volgende vragen en het maken van de volgende opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie dankten het kabinet
voor zijn antwoord op de door hen gestelde vragen. Op twee punten waren de
leden nog niet gerust gesteld.
Het eerste punt betrof het aantal belanghebbenden waarvoor het risico
van terugvordering bestaat. In de nadere memorie van antwoord stelt het kabinet
dat voor ongeveer 70% van de aanvragers voor huurtoeslag de mogelijkheid van
een volledige invulling van het aanvraagformulier zal bestaan. De ervaring
leert, zo zeggen de bewindslieden, dat bij ongeveer 20% van de geschatte inkomens
het uiteindelijke toetsinkomen toch een relevante afwijking toont van de schatting.
Begrepen deze leden het goed dat er dus voor 44% van de aanvragen het risico
op terugvordering bestaat? (Voor 30% van de aanvragen is geen volledig ingevuld
vragenformulier mogelijk, voor 20% van de 70% voor wie dat wel mogelijk is,
geldt alsnog een relevante afwijking.)
Het tweede punt betrof het ontbreken van een hardheidsclausule. Volgens
het kabinet is er geen reden om een hardheidsclausule in de wet op te nemen
voor het geval mensen buiten hun schuld van een goed inkomen in één
keer terugvallen op een inkomen op bijstandsniveau. In de verschillende fasen
van de behandeling van dit wetsvoorstel zijn hier door het kabinet twee antwoorden
op gegeven:
1. In de praktijk zal het aantal mensen dat in een dergelijke situatie
terechtkomt gering zijn. De meeste mensen vallen eerst terug op een werkloosheidsuitkering.
2. Een hardheidsclausule zou tot nieuwe vormen van onrechtvaardigheid
kunnen leiden. Ook anderen, zoals freelancers, moeten reserveren voor de situatie
van een teruggang in inkomen.
De aan het woord zijnde leden vonden de vergelijking met freelancers niet helemaal terecht. Freelancers weten immers dat zij een wisselend inkomen
(kunnen) hebben. De situatie waar deze leden op doelden betreft een inkomensachteruitgang
die redelijkerwijs niet te voorzien zou zijn geweest. De leden van de PvdA-fractie
onderschreven de gedachte dat mensen ook zelf zorg moeten dragen voor onverwachte
gebeurtenissen. Zij meenden echter dat, ook met deze aanname, zich situaties
kunnen voordoen waarin mensen buiten hun schuld financieel volkomen vastlopen.
(Sommige uitgaven, zoals een hoge huur, kunnen niet op korte termijn worden
teruggebracht. Ook niet bij een terugval in inkomsten.) Deze leden bepleitten
geen algemene beleidsregel, maar vroegen het kabinet de mogelijkheid open
te houden om in dergelijke individuele (en individueel te beoordelen) gevallen
een beroep te kunnen doen op een hardheidsclausule.
Vertrouwende, dat deze vragen volledig en tijdig zullen worden beantwoord,
achtten de commissies de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel
voldoende voorbereid.
De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Van Driel
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,
Essers
De griffier van de commissie voor Financiën,
Janssen
XNoot
1Samenstelling:
Sociale Zaken en Werkgelegenheid:
Van den Berg (SGP), Van Leeuwen (CDA), Swenker (VVD), De Wolff (GL), Kalsbeek-Schimmelpenninck
van der Oije (VVD), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Van Driel (PvdA) (voorzitter),
Vedder-Wubben (CDA), V. Dalen-Schiphorst (CDA), Schouw (D66) en Leijnse (PvdA).
Financiën:
Schuyer (D66), Ketting (VVD), Terpstra (CDA), Van Driel (PvdA), Doek (CDA),
Van Middelkoop (CU), Biermans (VVD) (plv. voorzitter), Essers (CDA) (voorzitter),
Kox (SP), Leijnse (PvdA) en Thissen (GL).