B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR MILIEU1
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel gaf de commissie aanleiding
tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de VVD-fractie stelden mede namens
de leden van de CDA-fractie de volgende vragen.
Deze leden hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel 29 711. Een
onderdeel hierin betreft dat IPPC-installaties aan ten
minste beste beschikbare technieken moeten voldoen (nieuwe artikelen
Wm 8.10 tweede lid onder a, 8.11 derde lid en 8.25 tweede lid onder a).
Wat wordt bedoeld met de toevoeging ten minste gelet
op het feit dat beste beschikbare technieken reeds een integrale afweging
tussen milieu en economie betreffen?
Hoe verhoudt zich het gebruik van het begrip ten minste beste beschikbare
technieken met de bepaling in Artikel 9.4 van de IPPC-richtlijn waarin is
opgenomen dat «...zonder dat daarmee het gebruik van een bepaalde techniek
of technologie wordt voorgeschreven,...»?
Wat wordt in Nederland precies bedoeld met het opnemen van extra voorwaarden
in de vergunningen indien met het oog op een milieukwaliteitsnorm strengere
voorwaarden moeten gelden zoals is bepaald in Artikel 10 van de IPPC-richtlijn?
Wat wordt bedoeld met «een milieukwaliteitsnorm» zoals In
Artikel 10 van de IPPC-richtlijn is opgenomen?
Bent u van mening dat het niet onder alle omstandigheden noodzakelijk
is om extra voorwaarden naast de beste beschikbare technieken op te nemen
in de vergunning?
Indien u deze mening deelt, in welke situaties is het wel noodzakelijk
om extra voorwaarden naast de beste beschikbare technieken op te nemen in
de vergunning en waar bestaan deze dan concreet uit?
Op welke wijze kunnen extra voorwaarden worden gesteld zonder dat daarmee
afbreuk wordt gedaan aan de voornoemde passage in Artikel 9.4 van de IPPC-richtlijn
waarin is opgenomen dat een bepaalde techniek of technologie niet wordt voorgeschreven
in de vergunning?
De voorzitter van de commissie,
Meindertsma
De griffier van de commissie,
Van Dooren
XNoot
1Samenstelling: Ketting (VVD), Meindertsma (PvdA) (voorzitter), Lemstra (CDA), Bierman-Beukema toe Water (VVD), Van der Lans (GL),
Van Middelkoop (CU), Hessing (LPF), Ten Hoeve (OSF), Nap-Borger (CDA), Slagter-Roukema
(SP), Van Dalen-Schiphorst (CDA), Schouw (D66), Putters (PvdA).