29 701
Wijziging van de Gemeentewet in verband met de afschaffing van de lokale lastenverlichting van € 45,38

A
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT1

Vastgesteld 14 december 2004

Het voorbereidend onderzoek heeft de leden van de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het maken van de navolgende opmerkingen.

De leden van de fractie van GroenLinks deelden mee met verbazing te hebben kennis genomen van het onderhavige wetsvoorstel. Immers, het kabinet heeft in het hoofdlijnenakkoord gesteld dat er een samenhang bestaat tussen de beperking van de ozb en het afschaffen van de Zalmsnip. Dit uitgangspunt wordt met dit wetsvoorstel geweld aangedaan, omdat het ozb-wetsvoorstel niet bij de Eerste Kamer ligt, laat staan dat het is aangenomen. Waarom heeft het kabinet er voor gekozen deze samenhang teniet te doen?

Tegen het ozb-voornemen bestaat alom veel weerstand. Zeker ook in gemeenteland. Het overleg dat gaande is tussen het kabinet en de VNG over het gemeentelijk belastinggebied draagt in zich de mogelijkheid dat de ozb-variant niet wordt doorgezet. Steunt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deze interpretatie?

Wat is de conclusie die de regering zal trekken, indien het ozb-deel voor gebruikers niet wordt afgeschaft?

Blijft de samenhang dan in stand doordat de Zalmsnip – of een andere vorm van compensatie – wordt ingevoerd?

De minister stelt in de nota naar aanleiding aan de Tweede Kamer op blz. 1 dat tegenover de afschaffing van de Zalmsnip «tal van andere lastenmaatregelen» staan. Bedoelt de minister met deze mysterieuze zin «lastenverlichtende» maatregelen? Op welke maatregelen doelt hij dan?

Kan de regering meedelen hoeveel huishoudens kwijtschelding cq. vrijstelling van het gebruikersdeel ozb ontvangen?

Is de regering het eens met de stelling dat voor deze huishoudens de afschaffing van de Zalmsnip niet gecompenseerd kan worden door het eventueel afschaffen van het ozb-gebruikersdeel?

Als de regering zoveel bezwaren geeft tegen het Leids model, dat slechts door een beperkt aantal gemeenten (16%) wordt gehanteerd, waarom is er dan niet voor gekozen door een eenvoudige wetswijziging deze variant de pas af te snijden? Hoeveel procent van de Nederlandse huishoudens omvatten die 16% van de gemeenten?

Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord acht de commissie de openbare behandeling van dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Witteveen

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling:

Holdijk (SGP), Van Heukelum (VVD), Luijten (VVD), Pastoor (CDA), Meindertsma (PvdA), Bemelmans-Videc (CDA), (plv.voorzitter), Dölle (CDA), Platvoet (GL), Witteveen (PvdA), (voorzitter), Hessing (LPF), Ten Hoeve (OSF), Van Raak (SP) en Engels (D66).

Naar boven