B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1
Vastgesteld: 28 september 2004
Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de commissie aanleiding
gegeven tot het stellen van de volgende vragen en het maken van de volgende
opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie deelden mee met
belangstelling te hebben kennis genomen van de voorgenomen wijzigingen in
de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Het invoeren van bestuurlijke boetes en
het voeren van het lik op stuk beleid juichten zij toe. De wet streeft naar
strengere straffen van de werkgevers en het snel reageren bij het vaststellen
van de overtreding. De leden van de PvdA-fractie hadden een paar vragen.
Wat de uitvoering betreft waren deze leden vooral nieuwsgierig naar de
vraag hoeveel onderzoeken per jaar zullen plaatsvinden en die zullen leiden
tot 2650 boetes per jaar in 2006 en verder. Met andere woorden: hoe is de
verhouding tussen het aantal onderzoeken en het aantal boetes? De vraag daarbij
is of het aantal onderzoeken en het aantal opgelegde bestuurlijke boetes wel
voldoende is om de omvangrijke illegale arbeid terug te dringen. Wellicht
kan de staatssecretaris de zorg van deze leden op dit punt wegnemen.
De tweede vraag gaat over de hoogte van de boetes. Deze leden betreurden
het dat de staatssecretaris in de Tweede Kamer zo halsstarrig heeft vastgehouden
aan de huidige verhoging van de feitelijk boete. Het gaat toch om een relatief
gering bedrag dat een werkgever kwijt is bij het betrapt worden illegale arbeid
te laten verrichten.
In dat verband betreurden deze leden het tevens dat niet de mogelijkheid
is opengehouden om de kosten van uitzetting van vreemdelingen geheel en gedeeltelijk
op de inlenende werkgever te verhalen. De argumenten daartegen (ingewikkeld,
tamelijk willekeurig welk bedrag moet worden verhaald, arbitrair) overtuigden
de leden van de PvdA-fractie niet geheel. Reden waarom zij alsnog verzochten
te overwegen in voorkomende gevallen werkgevers te laten opdraaien voor uitzetting
of een wat meer doortimmerde argumentatie aan te voeren om dat niet te doen.
Zoals de staatssecretaris opmerkt gaat het om de combinatie van pakkans
en boete. De pakkans is weliswaar veel groter dan onder de huidige wet en
de boete is aanmerkelijk hoger, maar om de grote hoeveelheid illegale arbeid te bestrijden is huns inziens meer nodig, namelijk een veel
grotere pakkans en een aanmerkelijk hogere boete.
Een enkele andere vraag betreft het signaal dat de leden van de PvdA-fractie
hadden gekregen over de positie van zelfstandigen uit Roemenië en Bulgarije.
Is het zo, dat de Wet arbeid vreemdelingen geen rekening houdt met de speciale
status welke deze landen in het kader van het Associatieverdrag van de Europese
Unie hebben afgesloten, waarin geregeld is dat de Bulgaarse en Roemeense burgers
recht hebben op onbeperkte toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst?
Is het zo, dat de eis van de Nederlandse regering dat Bulgaarse en Roemeense
zelfstandigen hun hoofdverblijf moeten hebben in Nederland in strijd is met
de vrijheid van vestiging? Zijn er in dit kader ooit boetes uitgedeeld of
is dat wellicht nagelaten opdat niet een toetsing zal plaatsvinden of deze
Europese regels in Nederland wel juist geïnterpreteerd werden en worden?
Wordt door het CWI ook een arbeidsmarkttoets uitgevoerd met betrekking
tot zelfstandigen die hun hoofdverblijf hebben in Bulgarije en Roemenië,
en zo ja, is die toets dan niet strijdig met artikel 46 van het Associatieverdrag
van de Europese Unie met Bulgarije en Roemenië?
Tenslotte vroegen deze leden of de definitie die de Arbeidsinspectie geeft
van zelfstandigen afwijkt van de definitie die het Europese Hof hanteert in
het zgn. Jany arrest?
De voorzitter van de commissie,
Van Driel
De griffier van de commissie,
Nieuwenhuizen
XNoot
1Samenstelling: Van den Berg (SGP), Van Leeuwen (CDA), (plv. voorzitter), Swenker (VVD), Kalsbeek-Schimmelpenninck van der
Oije (VVD), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Van Driel (PvdA), (voorzitter), Vedder-Wubben (CDA), V. Dalen-Schiphorst (CDA), De
Rijk (GL), Schouw (D66), Leijnse (PvdA).