29 519
Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met de tenuitvoerlegging van voorlopige hechtenis na veroordeling in eerste aanleg

B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 28 februari 2005

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de CDA-fractie namen met belangstelling kennis van het onderhavige wetsvoorstel.

Zij vroegen de minister een uiteenzetting te geven over de betekenis van het Bupo-verdrag aan de hand van de volgende vragen.

In de eerste plaats vroegen zij of de bestaande wettelijke regeling niet een aanwijzing is, dat de wetgever tot dusverre insluiting van voorlopig gehechten na veroordeling in eerste aanleg in gevangenissen niet geoorloofd oordeelde. Is de parlementaire geschiedenis van de nog tamelijk recente Noodwet drugskoeriers daar niet ook een aanwijzing voor? In die wet is immers enkel vanwege de noodsituatie de mogelijkheid geopend verdachten en gestraften met elkaar in een penitentiaire inrichting samen te brengen. In de tweede plaats: wanneer is het huidige gescheiden regime ingevoerd? Is daarbij gerefereerd aan het Bupo-verdrag? Geven de traveaux préparatoires enig handvat voor het standpunt van de minister, dan wel dat van de Raad van State?

Ook indien het Bupo-verdrag niet in de weg staat aan het wetsvoorstel, aldus deze leden, lijken er toch wel goede redenen om enige scheiding aan te brengen, zoals de geestverwante leden van de Tweede Kamer ook hebben gesuggereerd. De CDA-leden hier aan het woord konden zich weliswaar vinden in de argumenten van de minister tegen het creëren van afzonderlijke afdelingen binnen gevangenissen voor de onderhavige categorie, maar meenden dat deze argumenten niet of niet in voldoende mate gelden wanneer het gaat om de plaatsing in meerpersoonscellen. Is de minister bereid toe te zeggen, dat voorlopig gehechten niet in een cel met onherroepelijk veroordeelden zullen worden geplaatst?

Aansluitend vroegen de leden van de PvdA-fractie de minister hoe de verschillen tussen huizen van bewaring en gevangenissen worden gehanteerd waar het betreft het regime voor kleding, luchten, bezoek, etc.

De voorzitter van de commissie,

Van de Beeten

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Wagemakers (CDA), Rosenthal (VVD), Witteveen (PvdA), De Wolff (GL), Van de Beeten (CDA), (voorzitter), Broekers-Knol (VVD), Kox (SP), Westerveld (PvdA), Engels (D66), Franken (CDA).

Naar boven