G
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 februari 2005
Naar aanleiding van de behandeling in de Eerste Kamer van het voorstel
van wet tot wijziging van enkele socialeverzekeringswetten en enige andere
wetten in verband met het aanbrengen van enige vereenvoudigingen (Staatsblad
2004, 728, in werking getreden met ingang van 1 januari 2005) wil ik
u informeren over het volgende.
Een van de onderdelen van die wet heeft betrekking op een wijziging van
de Werkloosheidswet, inhoudende dat de werkloosheidsuitkering bij het volgen
van scholing door de uitkeringsgerechtigde niet meer zal worden verlengd tot
het einde van de scholing.
Bij de behandeling van het voorstel van wet in de Eerste Kamer heb ik
toegezegd dat ik een nieuwe wijziging van de Werkloosheidswet zal voorstellen,
inhoudende dat de werkloosheidsuitkering wel zal worden verlengd tot het einde
van de (noodzakelijke) scholing, indien het gaat om personen van wie na de
eenmalige herbeoordeling de arbeidsongeschiktheidsuitkering is ingetrokken
of verlaagd en die in aanmerking komen voor een werkloosheidsuitkering. Daarnaast
heb ik toegezegd dat deze verlenging ook aan de orde is voor personen die
tijdens het recht op tegemoetkoming op grond van de Tijdelijke regeling inkomensgevolgen
herbeoordeelde arbeidsongeschikten (Tri, gepubliceerd in de Staatscourant
2004, 242) noodzakelijke scholing gaan volgen die langer duurt dan het recht
op die tegemoetkoming. Voor realisatie van die toezegging is wijziging van
de Tri nodig.
Ik heb de procedure tot wijziging van de Werkloosheidswet en van de Tri
inmiddels in gang gezet.
Bij invoering van deze wijzigingen worden de uitkeringen/tegemoetkomingen
van herbeoordeelde arbeidsongeschikten verlengd indien de scholing langer
duurt dan de uitkering/tegemoetkoming. Deze verlenging dient, om een lacune
in uitkeringsrechten te voorkomen, plaats te vinden direct in aansluiting
aan het einde van de normale uitkeringsduur. Aangezien het mogelijk
is dat de oorspronkelijke werkloosheidsuitkering respectievelijk de tegemoetkoming
op grond van de Tri al vóór inwerkingtreding van de voorgenomen
wijzigingen eindigt tijdens de scholing, heb ik het UWV verzocht, om vooruitlopend
op de wijziging van de Werkloosheidswet, respectievelijk de Tijdelijke regeling
inkomensgevolgen herbeoordeelde arbeidsongeschikten de uitkering respectievelijk
de tegemoetkoming te verlengen indien het gaat om scholing van een herbeoordeelde
arbeidsongeschikte die langer duurt dan de oorspronkelijke uitkering/tegemoetkoming.
Met dit verzoek wordt geanticipeerd op de voorgenomen wijziging van de
Werkloosheidswet en van de Tri. Ik meen dat het anticiperen op deze voorgenomen
wijziging verantwoord is om de volgende redenen.
Indien UWV de uitkering van de personen uit de betrokken groep eerst zou
beëindigen tijdens de scholing en vervolgens (gezien de terugwerkende
kracht van de voorgenomen wijzigingen) alsnog uitkering zou verstrekken zou
dit veel extra werk voor de uitvoering betekenen, veel extra bezwaar- en beroepszaken
opleveren, en veel onrust veroorzaken bij betrokkenen. Dit geldt des te meer
omdat betrokkenen uit de publiciteit die is gegeven aan de toezegging hebben
kunnen opmaken dat voor hen verlenging zou gelden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus