29 218
Wijziging en aanvulling van de Wet op de identificatieplicht, het Wetboek van Strafrecht, de Algemene wet bestuursrecht, de Politiewet 1993 en enige andere wetten in verband met de invoering van een identificatieplicht van burgers ten opzichte van ambtenaren van politie aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en van toezichthouders (Wet op de uitgebreide identificatieplicht)

G
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2005

Met verwijzing naar uw brief van 16 februari jl. met bovenvermeld kenmerk (zie bijlage), waarin aanvullende vragen worden gesteld over de evaluaties van de Wet op de uitgebreide identificatieplicht en de herziene politieklachtregeling, bericht ik u het volgende. Deze vragen hebben betrekking op mijn beantwoording bij brief van 15 december 2004 van de over het wetsvoorstel op de uitgebreide identificatieplicht in Uw Kamer gestelde aanvullende vragen. Mede namens de minister van Justitie kan ik u in reactie op deze vragen het volgende mededelen.

Ik zegde u reeds toe dat in de aangekondigde evaluaties van de wettelijke regelingen nadrukkelijk aandacht zal worden besteed aan de door u gestelde vragen naar aantallen en wijze van afhandeling van klachten tegen de politie vanwege discriminatoire bejegening bij de uitvoering van de Wet op de identificatieplicht.

Met dat doel is voor het door het WODC uit te voeren evaluatieonderzoek naar de Wet op de uitgebreide identificatieplicht onder meer de volgende onderzoeksvraag geformuleerd:

«Zijn er over de toepassing van de bevoegdheden van de politie en de toezichthouders op grond van deze wet bij de korpsbeheerders respectievelijk het bevoegde gezag (meestal de burgemeester) of bij de Nationale ombudsman klachten binnengekomen dan wel zijn er gerechtelijke procedures gevoerd? Wat is de aard en de inhoud van de klachten en de procedures en om hoeveel klachten gaat het?»

De (klachtencoördinatoren van de) politiekorpsen heb ik nadrukkelijk verzocht om de klachtenregistraties dusdanig in te richten dat de hierboven genoemde evaluatievragen, die aansluiten bij uw vragen, accuraat beantwoord kunnen worden.

De minister van Justitie en ik streven er naar het parlement in het voorjaar van 2009 te berichten over de evaluatie-uitkomsten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

BIJLAGE BRIEF AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Den Haag, 16 februari 2005

In uw brief d.d. 15 december 2004 (29 218 ek-F) antwoordt u op de vragen van leden van de fractie van de PvdA in de vaste commissie voor Justitie naar aantallen en wijze van afhandeling van klachten tegen de politie vanwege discriminatoire bejegening, dat de meeste informatie hierover thans niet verstrekt kan worden, omdat de benodigde gegevens ontbreken. Deze worden in de diverse steden niet of, in het licht van hetgeen deze fractie wil weten, niet doelmatig geregistreerd. U laat voorts weten een analyse zonder deze meteen voorradige gegevens thans niet opportuun te achten uit oogpunt van werklast. Voorts verzoekt u de commissie de eerder aangekondigde evaluaties af te wachten en zegt u toe dat daarbij nadrukkelijk aandacht zal worden besteed aan de eerder gestelde vragen.

Deze reactie roept bij de leden van de PvdA-fractie nog de volgende vragen op. Op welke gegevens zijn de toegezegde evaluaties straks gebaseerd? Denkt u dan over gegevens te beschikken die het antwoord op deze vragen wel mogelijk maakt? Zo ja, hoe verklaart u dat die gegevens die nu nog niet beschikbaar zijn, er dan wel zullen liggen? Komt dit omdat er inmiddels in met name de grote steden op een andere wijze wordt geregistreerd, die in het licht van deze evaluaties effectiever is dan nu kennelijk het geval is? Zo nee, bent u bereid deze voor de evaluatie benodigde effectievere registratie te stimuleren? Tenslotte vragen de leden van de PvdA-fractie u de Kamer van deze monitor op de komende evaluaties op de hoogte houden.

De griffier van de commissie,

E. C. Janssen

Naar boven