29 499
Wijziging van de Wet werk en bijstand en enige andere wetten in verband met een aantal technische verbeteringen en het herstel van enkele omissies in de Invoeringswet Wet werk en bijstand

A
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1

Vastgesteld 22 juni 2004

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel heeft de leden van de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de navolgende vragen en het maken van de navolgende opmerkingen.

De leden van de CDA-fractie wilden zich met betrekking tot het voorliggende wetsvoorstel beperken tot een tweetal onderwerpen. Hoezeer de leden van deze fractie ook sympathie hebben voor het aanvaarde amendement van de heer Weekers met betrekking tot de vermogenstoets voor woonwagenbewoners en bezitters van woonboten, rijst hier toch de vraag of deze groepen over één kam kunnen worden geschoren wat de uitwerking betreft? De situatie van woonwagenbewoners én bezitters van woonboten verschilt nogal en ook de situatie van huizenbezitters en bezitters van woonboten is bepaald niet identiek. Bovendien zijn in diverse gemeenten de nodige ontwikkelingen rond het woonbotenbeleid gesignaleerd.

Woonbootbewoners worden voorts nogal eens als tweedehandsburgers beschouwd als het gaat om het treffen van noodzakelijke voorzieningen. Is dit naar het oordeel van de staatssecretaris voldoende meegewogen? Kan de staatssecretaris toezeggen, dat in de korte notitie over de vrijlating van de eigen woning ook aandacht aan de woonbotenproblematiek zal worden gegeven?

In de tweede plaats het aanvaarde amendement, dat bijstandsgerechtigden van 57,5 jaar en ouder, die geen sollicitatieverplichting hebben, recht hebben op een vakantieperiode van 65 dagen per jaar. Het is opvallend, hoe «erg» de «ingetrokken» motie (overigens in de toelichting als «aanvaard» aangeduid in de Eerste Kamer hierbij wordt uitgelegd, waardoor toch op z'n minst een lichtelijk vertekend beeld is ontstaan.

De interventie, in ieder geval van de CDA-fractie rond de 57,5 jarigen-problematiek op de arbeidsmarkt heeft nimmer de bedoeling gehad ouderen blijvend af te schrijven voor de arbeidsmarkt.

De uitleg van de staatssecretaris over deze kwestie was dan ook terecht. Een vacantieduur van 4 weken in combinatie met een tijdelijke regeling lag, nog los van het territorialiteitsbeginsel, meer voor de hand. Met de staatssecretaris verwachtten deze leden nu, op basis van het aanvaarde amendement, de nodige rechtszaken, zeker in het licht van enkele reeds verschenen arresten.

Het was deze leden overigens ontgaan – er is niet meer over gediscussieerd na toezending van de jurisprudentie – waarom de suggestie om deze problematiek te koppelen aan de wetgeving, waarbij ook de leeftijdstoets in alle sociale zekerheidswetten tegen het licht wordt gehouden, niet is gevolgd? Bij die gelegenheid wilden deze leden hierop zeker terugkomen.

De leden van de PvdA hadden met instemming kennisgenomen van de mogelijkheid die alsnog in de Wet werk en bijstand wordt geschapen om voor chronisch zieken en gehandicapten een categoriale regeling voort te zetten of te maken. Deze leden zouden graag van de regering vernemen hoe zij de implementatie bevordert en of zij het met deze leden eens is dat het wenselijk zou zijn dat alle gemeenten zo'n regeling kennen.

Deze leden wilden graag weten hoe het kabinet zijn belofte aan de minima nakomt en met name aan chronisch zieken en gehandicapten, om de achteruitgang tot het minimum te beperken, indien er een relevant aantal gemeenten niet overgaat tot het tot stand brengen van zo'n regeling.

Deze leden maakten zich zorgen over de inkomenspositie van de minima omdat de inkomensachteruitgang ernstiger uitpakt dan het kabinet had voorspeld. Deelt het kabinet deze zorg en deze mening? En acht het kabinet de Wet werk en bijstand een voldoende adequaat middel indien blijkt dat veel gemeenten niet tot het maken van een categoriale regeling overgaan? Ziet het kabinet dan nog andere mogelijkheden om chronisch zieken en gehandicapten tegemoet te komen?

De leden van de VVD-fractie hadden met belangstelling kennisgenomen van beide wetsvoorstellen (29 420 en 29 499). De leden van deze fractie hebben slechts een technische vraag.

Prof. mr. F.M. Noordam wees erop in zijn artikel in het Tijdschrift over Arbeid en Sociale Verzekeringen, dat in de Invoeringswet (28 960, artikel 10 lid 2) indertijd de bepaling is opgenomen, dat onder de WWB categoriale bijzondere bijstand in de vorm van een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering mogelijk is. Dit onderwerp, een uitzondering op de afschaffing van categoriale bijzondere bijstand had in art. 35 WWB geregeld moeten worden. Hierin is in lid 3 ook de uitzondering van de 65-plussers zonder arbeidsmarktperspectief vastgelegd. Het was de VVD-fractie niet duidelijk of deze wijziging thans is doorgevoerd.

De voorzitter van de commissie,

Van Driel

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Van den Berg (SGP), Van Leeuwen (CDA), Swenker (VVD), Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije (VVD), Meulenbelt (SP), Ten Hoeve (OSF), Van Driel (PvdA), (voorzitter), Vedder-Wubben (CDA), V. Dalen-Schiphorst (CDA), De Rijk (GL), Schouw (D66) en Leijnse (PvdA).

Naar boven