29 360
Regels in verband met de deelname van onderdanen van nieuwe lid-staten van de Europese Unie aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement op 10 juni 2004 (Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees Parlement 2004)

B
MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 4 maart 2004

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van uw reactie op de Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees Parlement 2004. Door de leden van de CDA-fractie zijn met betrekking tot de Tijdelijke spoedwet verkiezingen Europees Parlement enkele vragen gesteld over de relatie tussen de spoedwet en de kwestie Cyprus. Met betrekking tot deze vragen kan ik u het volgende mededelen.

Het toekomstige lidmaatschap van Cyprus van de Europese Unie betreft het lidmaatschap van de Republiek Cyprus en daarmee van het hele eiland. Het feit dat Cyprus de jure als één geheel toetreedt tot de Unie heeft ten gevolge dat alle Cyprioten, en dus ook de Turks-Cyprioten, het recht krijgen om deel te nemen aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement. Uiteraard gelden dan wel de nationale vereisten voor het actief en het passief kiesrecht. De Wet ten aanzien van de verkiezing van de leden van het Europees Parlement (2004) die op Cyprus in werking zal treden op de dag dat Cyprus toetreedt tot de Unie stelt dat het actief en het passief kiesrecht voor de verkiezing van de leden van het Europees Parlement geldt voor alle burgers van de Republiek Cyprus. Dit houdt in dat ook op grond van nationale regelgeving de Turks-Cyprioten mogen deelnemen aan deze verkiezingen. Dit heeft tot gevolg dat de toepassing van de bij of krachtens hoofdstuk Y van de Kieswet gestelde regels ook geldt voor de Turks-Cyprioten en dat deze, indien zij in Nederland wonen, zich in Nederland als kiezer kunnen laten registreren. Een punt van aandacht hierbij is dat zij zich in Nederland alleen kunnen registreren als onderdaan van de Republiek Cyprus, niet als onderdaan van de «Turkse Republiek Noord-Cyprus» («TRNC»). De «TRNC» wordt namelijk slechts erkend door Turkije. Om zich als onderdaan van de Republiek Cyprus te kunnen laten registreren, dienen zij te kunnen aantonen dat zij de nationaliteit hebben van de Republiek Cyprus. Daartoe dienen zij dan ook een paspoort van de Republiek Cyprus te overleggen.

Met betrekking tot de relatie tussen protocol nr. 10 over Cyprus bij het Toetredingsverdrag en de Cypriotische kieswet, kan ik melden dat in protocol nr. 10 is vastgelegd hoe de Raad zal handelen in het geval van een oplossing van de kwestie Cyprus voor de toepassing van het EU-acquis in Noord-Cyprus. Bepalingen met betrekking tot de genoemde wet van de Republiek Cyprus zijn hierin niet opgenomen. In het geval van een oplossing van de kwestie Cyprus zal de wet opnieuw bekeken worden voorafgaand aan de verkiezing van de leden van het Europees Parlement.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

Th. C. de Graaf

Naar boven