B
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID1
Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot
het maken van de navolgende opmerkingen en het stellen van de navolgende vragen.
De leden van de CDA-fractie hadden met belangstelling
kennisgenomen van dit wetsvoorstel. Deze leden steunen de gedachte om de onafhankelijkheid
van de indicatiestelling te optimaliseren. Wel hadden deze leden nog een aantal
vragen.
Organisatie
Deze leden vernamen graag of per ingangsdatum cruciale elementen om van
start te kunnen gaan gereed zijn, zoals landelijk uniforme protocollen, voldoende
geschoold en gekwalificeerd personeel, de ICT, etc. Daarbij doet zich tegelijkertijd
de vraag voor of het CWI nu de volledige indicatiestelling doet, of zoals
in de Handelingen van de Tweede Kamer valt te lezen dat de CWI de indicatie
op hoofdlijnen stelt en de SW bedrijven vervolgens een nadere indicatie moeten
doen. Als dit laatste het geval is, dan heeft dat nogal gevolgen voor de personeelsbezetting
en de professionals die al dan niet door het CWI in dienst kunnen worden genomen.
Overigens maakt juist de VNG zich grote zorgen over het verdwijnen van de
opgebouwde expertise bij de huidige indicatieorganen. Hoe denkt de staatssecretaris
de kwaliteitsborging gestalte te geven?
Naar deze leden hadden vernomen is de werving van personeel door het CWI
eind april van start gegaan. Wil de staatssecretaris bewerkstelligen dat ten
tijde van de plenaire behandeling al enig zicht is op de uitkomsten van deze
wervingsactie.
Financiën
Op jaarbasis wordt 14 miljoen overgeheveld naar het CWI. Uit vergelijkbare
overdrachten van taken is in het verleden al vaker gebleken dat de financiën
juist in de aanloopfase onvoldoende blijken te zijn. In de SZW-begroting 2003
is daarvoor reeds een bedrag gereserveerd. Zal dit bedrag, ook gezien de vragen
met betrekking tot het tijdpad, bij overdracht nog toereikend zijn, mede gezien
de 2 á 3 fte. die extra benodigd zijn voor bedrijfsbezoeken? Kan de
staatssecretaris aangeven waarop het bedrag van 14 miljoen is gebaseerd?
Knelpunten
In het kader van de overdracht hebben 7 pilotprojecten plaatsgevonden.
Kan de staatssecretaris aangeven welke knelpunten daaruit naar voren zijn
gekomen en op welke manier deze worden opgelost? De laatste vraag betreft
de toegezegde Hoofdlijnennotitie. De staatssecretaris heeft aangegeven dat
daarin zal worden ingegaan op o.a. een verdere stroomlijning van de WSW-indicatie.
De leden van de CDA-fractie vroegen zich af wat dat kan betekenen voor de
huidige indicatiestelling, zoals de aansluiting op de AWBZ indicatiestelling.
De leden van de fractie van GroenLinks hadden
met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Deze leden zouden op
dit moment niet willen ingaan op het voornemen om meer te koersen op begeleid
werken – dat komt immers na de zomer nog uitgebreid aan de orde.
Deze leden hadden slechts een paar vragen.
Verwacht de staatssecretaris dat door de afschaffing van de gesubsidieerde
arbeid méér mensen geïndiceerd zullen worden voor SW; of
in ieder geval meer mensen voor indicatie in aanmerking willen komen?
Is de staatssecretaris van plan om de bezuiniging op de SW die het gevolg
is van afschaffing SPAK/VLW te compenseren?
De leden van de fractie van de SP merkten
op dat de onderhavige wetswijziging gaat over de verandering van de indicatiestelling
van de sociale werkvoorziening die de gemeenten overdragen aan het CWI.
Zullen doordat tegelijkertijd ID en WIW banen worden afgeschaft geen groepen
tussen het wal en het schip vallen, met name mensen die te goed zijn voor
de WSW, maar niet aantrekkelijk voor de reguliere arbeidsmarkt; wat denkt
de staatssecretaris voor deze categorie te doen?
Er zijn 90 000 mensen met een WSW-baan, de staatssecretaris is van
plan om eenderde van deze banen om te laten vormen tot regulier werk of tot
begeleid werken. Hoe reëel is dit plan? Op grond van welke feiten en
overwegingen denkt de staatssecretaris dat dit gaat lukken?
De staatssecretaris heeft laten weten er van uit te gaan dat de categorie
mensen die eigenlijk «te goed» zijn voor de WSW binnen de Wet
werk en bijstand wel een reïntegratietraject aangeboden kan krijgen.
Nu viel het deze leden op dat er inmiddels een hele lijst is met categorieën
mensen die bij de verschillende wetswijzigingen in de sociale wetgeving weer
aan het werk geholpen zouden moeten worden. Ouderen, mensen die niet volledig
arbeidsongeschikt worden bevonden bij de wijziging van de WAO, jongeren –
hoe reëel is het met de huidige stand van de arbeidsmarkt om te denken
dat ook deze categorie mensen weer op de reguliere markt aan het werk komt?
De staatssecretaris heeft al laten weten dat hij het iets te optimistisch
vindt om uit te gaan van 30% van de mensen met een WSW indicatie die begeleid zouden gaan werken, en het realistischer vindt om uit te gaan
van 25%. Maar is dat niet nog steeds te optimistisch?
En is de staatssecretaris bereid om de detachering te stimuleren en hoe?
Is de staatssecretaris niet van mening dat ook op dit gebied (we denken
aan het ontslaan van mensen boven de 57,7) het ministerie een beter voorbeeld
zou moeten geven? Op dit moment werkt maar 0,015% van de rijksambtenaren begeleid.
Steekt dat niet erg schril af, zelfs bij de voorgestelde 25%?
De voorzitter van de commissie,
Van Driel
De griffier van de commissie,
Nieuwenhuizen