C
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 september 2004
Ter informatie stuur ik u de brief aan de Tweede Kamer betreffende mijn
reactie op de brief van Tweede Kamerlid Dittrich (zie bijlage) betreffende
het voorstel van wet houdende regels omtrent de vaste boekenprijs.
De Minister van Economische Zaken,
L. J. Brinkhorst1
BRIEF AAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Den Haag, 10 september 2004
Hierbij stuur ik u mijn antwoord op de brief van de heer Dittrich d.d.
9-9-2004 (zoals bijgevoegd). Ik verzoek u mijn brief door te geleiden naar
de indieners van het wetsvoorstel houdende regels omtrent de vaste boekenprijs,
de leden Dittrich, Halsema en Van Nieuwenhoven.
In mijn brief aan de Tweede Kamer d.d. 7-9-2004 over de reactie van het
directoraat-generaal Concurrentie van de Europese Commissie inzake het wetsvoorstel
vaste boekenprijs heb ik aandacht gevraagd voor de door de Commissie genoemde
risico's in verband met mogelijke strijd met het Europese recht. Ik wees erop
dat met de, tijdens de Tweede Kamerbehandeling, doorgevoerde aanpassing van
artikel 3 van het wetsvoorstel een belangrijk bezwaar van de Commissie is
komen te vervallen. Terecht voegen de indieners in hun brief daar aan toe
dat het nieuwe artikel 3 van het wetsvoorstel nu ook geheel in lijn is met
het importartikel in de Franse wetgeving. Tijdens informeel overleg over het
oude artikel 3 hebben ambtenaren van de Commissie laten weten dat het in lijn
brengen met de Franse regelgeving het Nederlandse wetsvoorstel Europeesrechtelijk
duidelijk minder kwetsbaar maakt. Daarom heb ik in de begeleidende brief bij
het aanbieden van de nieuwe versie van het wetsvoorstel aan de Commissie nadrukkelijk
onder de aandacht gebracht dat het wetsvoorstel wat betreft importbepalingen
niet langer afwijkt van de Franse wet. Evenals de indieners verwacht ik dat
het risico op strijdigheid met het Europese recht daarmee in overwegende mate
is weggenomen. Staatssecretaris van der Laan heeft zich hierover namens het
kabinet tijdens de Tweede Kamerbehandeling in gelijke bewoordingen uitgelaten.
Tot slot hecht ik eraan te benadrukken dat het initiatiefwetsvoorstel
op mijn steun en sympathie kan rekenen.
De Minister van Economische Zaken,
L. J. Brinkhorst
BIJLAGE AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Excellentie,
Met belangstelling hebben de indieners van het wetsvoorstel Vaste Boekenprijs
kennis genomen van het advies van de Europese Commissie en van uw begeleidende
brief d.d. 01-09-2004, (28 652, 28) aan de voorzitter van de Tweede Kamer.
In verband daarmee wil ik u graag wijzen op het feit dat wij artikel 3,
zoals dat oorspronkelijk aan de Commissie was voorgelegd, bij nota van wijziging
tijdens het debat in de Tweede Kamer hebben vervangen door een versie die
overeenkomt met de tekst van de Franse wet. Wij hebben daarmee gevolg gegeven
aan de suggestie van de Commissievertegenwoordigers in het ambtelijk overleg
met de Commissie.
Wij menen daarmee het door u vermelde risico, zoal niet geheel, dan toch
in overwegende mate te hebben weggenomen.
Om die reden zien wij geen dwingende noodzaak om artikel 3 alsnog in zijn
geheel te schrappen.
Wij vernemen graag uw reactie.
Mede namens de leden Halsema en Van Nieuwenhoven,
Boris Dittrich