28 486
Aanvulling van de Auteurswet 1912 inzake de thuiskopie tot invoering van verlengde aansprakelijkheid voor verkopers

A
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

7 oktober 2003

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de naleving van de regels inzake een vergoeding voor het verveelvoudigen van beeld- en geluidsopnamen voor eigen oefening, studie of gebruik te verbeteren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Na artikel 16g van de Auteurswet 1912 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16GA

1. De verkoper van de in artikel 16c, eerste lid, bedoelde voorwerpen is gehouden aan de in artikel 16d, eerste lid, bedoelde rechtspersoon op diens aanvraag onverwijld die bescheiden ter inzage te geven waarvan de kennisneming noodzakelijk is om vast te stellen of de in artikel 16c, eerste lid, bedoelde vergoeding door de fabrikant of de importeur betaald is.

2. Indien de verkoper niet kan aantonen dat de vergoeding door de fabrikant of de importeur betaald is, is hij verplicht tot betaling daarvan aan de in artikel 16d, eerste lid, bedoelde rechtspersoon, tenzij uit de in het eerste lid genoemde bescheiden blijkt wie de fabrikant of de importeur is.

ARTIKEL II

1. In artikel 10, onderdeel a, van de Wet op de naburige rechten worden de woorden «de artikelen 16c tot en met 16g van de Auteurswet 1912» vervangen door: de artikelen 16c tot en met 16ga van de Auteurswet 1912.

2. Indien artikel II, onderdeel G van het bij koninklijke boodschap van 22 juli 2002 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (28 482) nadat het tot wet is verheven, in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 10, onderdeel e, van de Wet op de naburige rechten «16g» vervangen door: 16ga.

3. Indien artikel I, onderdeel I, van het bij koninklijke boodschap van 22 juli 2002 ingediende voorstel van wet tot aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (28 482), nadat het tot wet is verheven, in werking treedt of is getreden, wordt in artikel 16ga, eerste lid, van de Auteurswet 1912 «artikel 16c, eerste lid» telkens vervangen door: artikel 16c, tweede lid.

ARTIKEL III

De artikelen I en II zijn niet van toepassing op voorwerpen waarvan de verkoper aantoont dat hij de voorwerpen ten tijde van inwerkingtreding van deze wet reeds in zijn bezit had.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Naar boven