27 553
Wijziging van de Wet op de rechtsbijstand naar aanleiding van de evaluatie van de Wet op de rechtsbijstand alsmede aanpassing van de Wet op de rechtsbijstand aan de Algemene wet bestuursrecht

B
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 25 november 2003

De leden van de CDA-fractie hadden met belangstelling en instemming kennisgenomen van het wetsvoorstel. Op één punt wilden zij kort nog ingaan. Dat betrof het wijzigingsvoorstel onder O, waar voor de benadeelde partij die zich op grond van artikel 51a van het Wetboek van Strafvordering in het strafproces voegt, een regeling wordt getroffen in artikel 19 (juncto artikel 1 van het Besluit verlengde spreekuurvoorziening en het Besluit draagkrachtcriteria). Daaruit volgt dat voor het verlenen van deze vorm van rechtsbijstand de rechtzoekende naar het zogenaamde verlengde spreekuur wordt verwezen en dat voor deze vorm van rechtshulp geen onderzoek wordt gedaan naar de draagkracht van de rechtzoekende. Aan deze regeling ligt het uitgangspunt ten grondslag dat slachtoffers in het algemeen zo min mogelijk nadeel van de gevolgen van een strafbaar feit dienen te ondervinden. Dit punt is naar voren gebracht door de Commissie Slachtofferzorg en wordt door van de leden van de CDA-fractie onderschreven.

De leden van de CDA-fractie waren het eens met de zienswijze van de regering dat in dit kader de «verlengde spreekuurvoorziening» volstaat en dat een toevoeging voor dit soort zaken niet nodig is omdat dergelijke zaken van zo eenvoudige aard zijn dat zij in als regel niet meer dan de 3 uur die in de verlengde spreekuur-voorziening ter beschikking staat, zullen vergen.

De leden van de CDA fractie hadden echter uit de voornemens en de discussie over de herziening van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand (Kamerstukken 28 600-VI, nr. 119, 140 en 142) begrepen dat de verlengde spreekuurvoorziening zal verdwijnen. In het herziene stelsel wordt gekozen voor een zogenaamde loketfunctie voor de bureaus voor rechtshulp waarin de verlengde spreekuurvoorziening geen plaats meer krijgt. Door het afschaffen van het verlengde spreekuur ontstaat, zo blijkt uit die discussie, de behoefte aan een nieuwe mogelijkheid voor een kortlopende adviestoevoeging, die dan ook wordt gecreëerd. Hiervoor zal wel een eigen bijdrage worden gevraagd. Het kwam de leden van de CDA-fractie vreemd voor dat in dit wetsvoorstel expliciet een regeling voor de benadeelde partij wordt gecreëerd, die kennelijk op korte termijn weer zal verdwijnen, terwijl de kennelijk als vervanging bedoelde regeling – de kortlopende adviestoevoeging – niet voldoet aan het uitgangspunt waarvoor in dit wetsvoorstel gemotiveerd wordt gekozen: een gratis vorm van 3 uur rechtsbijstand voor de benadeelde partij in het strafproces. Daarom vroegen de leden van de CDA-fractie een verduidelijking op dit punt. Tevens vroegen deze leden of de regering voornemens is een vervangende voorziening te treffen.

De leden van de PvdA-fractie lieten weten met belangstelling te hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Inhoudelijk heeft dit bij hen geen bezwaren opgeroepen. Wel was hen een aantal malen een verwijzing naar guldens opgevallen waar dit, naar zij aannamen, euro's diende te zijn. Dit is het geval in de wijzigingen genoemd onder BB (het beoogde artikel 34) en CC (het beoogde artikel 35). Is dit een verschrijving van de opstellers van de regeling geweest, zo vroegen zij zich af en zo ja, wordt dit dan bij de eerst mogelijke gelegenheid gecorrigeerd?

Voor het overige wensten zij zich aan te sluiten bij een door de leden van de CDA-fractie aangekaarte kwestie, te weten die aangaande het slachtoffer in een strafzaak die nu nog recht heeft op een aantal uren gratis rechtshulp in het kader van het verlengde spreekuur. Wat wordt de positie van deze doelgroep wanneer dit verlengde spreekuur wordt afgeschaft, zo vroegen zij. Betekent die maatregel het einde van de nu nog voor hen bestaande faciliteit? Of komt er wederom een speciale voorziening voor dit type rechtshulp, zodat deze ook in de toekomst gratis blijft?

Zo ja, hoe gaat die voorziening er naar verwachting uit zien, zo vroegen de leden van de PvdA-fractie tot besluit.

De voorzitter van de commissie,

Van de Beeten

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Wagemakers (CDA) Rosenthal (VVD), Kohnstamm (D66), Witteveen (PvdA), De Wolff (GL), Van de Beeten (CDA) (voorzitter), Broekers-Knol (VVD), Kox (SP), Soutendijk-v. Appeldoorn (CDA) en Westerveld (PvdA).

Naar boven