nr. 134
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de werkingsduur
van de Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers te verlengen en het in
verband daarmee wenselijk is enkele verruimingen in het regime aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Tijdelijke wet noodcapaciteit drugskoeriers wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1, onderdeel j, wordt «artikel 41, eerste lid»
vervangen door: artikel 42, eerste lid.
B
Aan artikel 8, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Veroordeelde
gedetineerden wier strafrestant bij het onherroepelijk worden van de veroordeling
meer dan drie maanden bedraagt, worden indien mogelijk gescheiden van de overige
gedetineerden ondergebracht.
C
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De gedetineerde kan incidenteel verlof of strafonderbreking worden
verleend. De hoofdstukken 1, 4 en 5 van de Regeling tijdelijk verlaten van
de inrichting zijn van toepassing.
D
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 10a
1. De directeur kan een gedetineerde uitsluiten van deelname aan een of
meer activiteiten als bedoeld in artikel 28 op de gronden genoemd in artikel
10, eerste lid.
2. De in het eerste lid bedoelde uitsluiting duurt, indien de beslissing
is genomen op de grond van artikel 10, eerste lid, onder a of b, ten hoogste
twee weken. De directeur kan deze uitsluiting telkens voor ten hoogste twee
weken verlengen, indien hij tot het oordeel is gekomen dat de noodzaak tot
uitsluiting nog bestaat.
E
Artikel 23, eerste lid, komt te luiden:
1. De gedetineerde heeft het recht op zijn daartoe strekkende verzoek
gedurende ten minste één uur per week bezoek te ontvangen op
in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen.
F
Artikel 24, eerste lid, komt te luiden:
1. De gedetineerde heeft het recht op zijn daartoe strekkende verzoek
en met behulp van een daartoe aangewezen toestel ten minste eenmaal per week
gedurende tien minuten een of meer telefoongesprekken te voeren met personen
buiten de voorziening op in de huisregels vastgestelde tijden en plaatsen.
G
Aan artikel 31, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de uitsluiting van deelname aan activiteiten of de verlenging daarvan,
bedoeld in artikel 10a, op de grond van artikel 10, eerste lid, onder a of
b, onderscheidenlijk artikel 10a, tweede lid.
H
In artikel 42, derde lid, wordt na «met dien verstande dat»
ingevoegd: de beroepscommissie kan bepalen dat.
I
Artikel 45, tweede volzin, komt te luiden: Deze wet vervalt op 8 maart
2005.
ARTIKEL II
Onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet treedt
deze wet in werking met ingang van 8 maart 2003.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,