28 263
Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PbEG L 12) (Uitvoeringswet EG-executieverordening)

nr. 180
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

27 maart 2003

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat wetgeving nodig is ter uitvoering van de verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PbEG L 12);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL 1

In deze wet wordt verstaan onder «de verordening»: de verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PbEG L 12).

ARTIKEL 2

1. Ten aanzien van het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 38 van de verordening, zijn de artikelen 985 tot en met 991 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet van toepassing.

2. Het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 38 van de verordening, wordt gevraagd bij verzoekschrift, dat in de Nederlandse taal is gesteld. Het wordt ingediend door een deurwaarder of procureur en houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank.

3. Onverminderd het bepaalde bij artikel 55, eerste lid, van de verordening, wordt bij ongenoegzaamheid van de bij het verzoekschrift overgelegde documenten aan de verzoeker de gelegenheid tot aanvulling gegeven.

4. In afwijking van het gestelde in het tweede lid, tweede zin, is de bijstand van een deurwaarder of procureur niet vereist indien het bedrag dat de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, moet voldoen in hoofdsom niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 93, onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Is het eerstbedoelde bedrag uitgedrukt in een andere munteenheid dan de euro, dan moet het worden omgerekend tegen de koers van de dag van de indiening van het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging.

ARTIKEL 3

1. Inwilliging van het verzoek, bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de verordening, door de voorzieningenrechter geschiedt in de vorm van een eenvoudig verlof, dat op de overgelegde expeditie van de ten uitvoer te leggen beslissing wordt gesteld.

2. De voorzieningenrechter veroordeelt de schuldenaar in de kosten welke op de afgifte van het verlof zijn gevallen.

ARTIKEL 4

1. De rechtbank van welke de voorzieningenrechter op het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging heeft beschikt, neemt kennis van het rechtsmiddel, bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de verordening. Artikel 93 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is niet van toepassing.

2. Het rechtsmiddel, bedoeld in het eerste lid, en het beroep in cassatie, bedoeld in artikel 44 van de verordening in verbinding met bijlage IV bij de verordening, worden ingesteld en behandeld met toepassing van de regels voor de dagvaardingsprocedure in eerste aanleg onderscheidenlijk in cassatie.

3. Het rechtsmiddel, bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de verordening, moet, indien het wordt ingesteld door de verzoeker, worden ingesteld binnen een maand na de dagtekening van de beschikking, waarbij het verlof is geweigerd.

4. Artikel 339, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5

Voor de toepassing van de Wet tarieven in burgerlijke zaken wordt de bij een rechtsmiddel ingestelde vordering geacht geen eis tot betaling van een bepaalde geldsom te zijn.

Artikel 6

De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 57, vierde lid, van de verordening, is de notaris die de authentieke akte heeft verleden of de notaris die zijn protocol heeft overgenomen.

ARTIKEL 7

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL 8

Deze wet wordt aangehaald als: Uitvoeringswet EG-executieverordening.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Naar boven