28 215
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen strekkende tot het verruimen van de bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer in hoger beroep (verruiming bevoegdheid enkelvoudige kamers)

nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2002

Op 2 juli jl. is Uw Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel tot Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen strekkende tot het verruimen van de bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer in hoger beroep (verruiming bevoegdheid enkelvoudige kamers). Daarbij heeft de vorige minister van Justitie toegezegd alles in het werk te zullen stellen om een wetswijziging tot stand te brengen die de verruimde bevoegdheden van enkelvoudige kamers zou beperken tot drugskoeriers, en voorts de tijdsduur van de verruiming zou beperken tot die van de noodwet met misschien een uitloop van zes of twaalf maanden (Handelingen EK 2002, p. 34–1678).

Ter uitvoering van deze toezegging van mijn voorganger is op 18 september 2002 een voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen strekkende tot het beperken van de bevoegdheid van de politierechter en de enkelvoudige kamer in hoger beroep (beperking bevoegdheid enkelvoudige kamers) aan de Koningin aangeboden met het verzoek dit voorstel ter advisering voor te leggen aan de Raad van State.

De ontwikkelingen inzake de zittingscapaciteit maken evenwel dat intrekking van dit wetsvoorstel noodzakelijk is als onderdeel van een pakket van maatregelen om de toenemende werklast te verwerken. Andere onderdelen van dit pakket betreffen onder andere de OM-afdoeningsmodaliteiten, de uitbreiding van nevenzittingsplaatsen, een beperking van de bewijsmotivering bij bekennende verdachten, de betekeningsvoorschriften en de stroomlijning van de procedure in hoger beroep. Ik zal de Ministerraad dan ook verzoeken mij te machtigen om de Koningin te verzoeken, de Raad van State te vragen de adviesaanvraag betreffende het bovenvermelde voorstel van wet buiten verdere behandeling te laten.

Voorts overweeg ik het College van procureurs-generaal te verzoeken de Aanwijzing dagvaarding voor politierechter of enkelvoudige kamer gerechtshof in te trekken. Een beperking van de toepassing van de verruimde mogelijkheden tot enkelvoudige berechting tot strafvervolgingen tegen personen verdacht van overtreding van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder A, van de Opiumwet, ligt gelet op eerder vermelde ontwikkelingen inzake de zittingscapaciteit niet langer in de rede.

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner


XNoot
1

De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nrs. 310 t/m 310f, vergaderjaar 2001–2002.

Naar boven