nr. 96
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2002
Op 2 juli jl. is Uw Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel tot Wijziging
van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht
tenuitvoerlegging strafvonnissen strekkende tot het verruimen van de bevoegdheid
van de politierechter en de enkelvoudige kamer in hoger beroep (verruiming
bevoegdheid enkelvoudige kamers). Daarbij heeft de vorige minister van Justitie
toegezegd alles in het werk te zullen stellen om een wetswijziging tot stand
te brengen die de verruimde bevoegdheden van enkelvoudige kamers zou beperken
tot drugskoeriers, en voorts de tijdsduur van de verruiming zou beperken tot
die van de noodwet met misschien een uitloop van zes of twaalf maanden (Handelingen
EK 2002, p. 34–1678).
Ter uitvoering van deze toezegging van mijn voorganger is op 18 september
2002 een voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering,
het Wetboek van Strafrecht en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen
strekkende tot het beperken van de bevoegdheid van de politierechter en de
enkelvoudige kamer in hoger beroep (beperking bevoegdheid enkelvoudige kamers)
aan de Koningin aangeboden met het verzoek dit voorstel ter advisering voor
te leggen aan de Raad van State.
De ontwikkelingen inzake de zittingscapaciteit maken evenwel dat intrekking
van dit wetsvoorstel noodzakelijk is als onderdeel van een pakket van maatregelen
om de toenemende werklast te verwerken. Andere onderdelen van dit pakket betreffen
onder andere de OM-afdoeningsmodaliteiten, de uitbreiding van nevenzittingsplaatsen,
een beperking van de bewijsmotivering bij bekennende verdachten, de betekeningsvoorschriften
en de stroomlijning van de procedure in hoger beroep. Ik zal de Ministerraad
dan ook verzoeken mij te machtigen om de Koningin te verzoeken, de Raad van
State te vragen de adviesaanvraag betreffende het bovenvermelde voorstel van
wet buiten verdere behandeling te laten.
Voorts overweeg ik het College van procureurs-generaal te verzoeken de
Aanwijzing dagvaarding voor politierechter of enkelvoudige kamer gerechtshof
in te trekken. Een beperking van de toepassing van de verruimde mogelijkheden
tot enkelvoudige berechting tot strafvervolgingen tegen personen verdacht
van overtreding van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder A, van de Opiumwet,
ligt gelet op eerder vermelde ontwikkelingen inzake de zittingscapaciteit
niet langer in de rede.
De Minister van Justitie,
J. P. H. Donner