28 035
Wijziging van de Comptabiliteitswet houdende bepalingen inzake het beheer van liquide middelen van rechtspersonen die collectieve middelen beheren, inzake de financiering van die rechtspersonen en inzake de beheersing van het EMU-saldo voor zover dit saldo door het financieel beheer van deze rechtspersonen wordt beïnvloed (Eerste wijziging van de Comptabiliteitswet 2001)

nr. 7a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 11 oktober 2002

De leden van de CDA-fractie hadden met enige verbazing kennisgenomen van de nadere memorie van antwoord en wilden wederom bij de regering aandringen op een betere beantwoording van de vragen. De minister schrijft dat overeenstemming is bereikt met het onderwijsveld en dat de brief aan de Tweede Kamer is verstuurd met instemming van de koepels. Hij schrijft tevens dat die brief is gestuurd mede namens de minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen. Wil de minister meedelen waaruit zou blijken dat de onderwijskoepels hebben ingestemd met dit wetsvoorstel? Deze vraag werd gesteund door de overige leden van de commissie. De leden van de CDA-fractie verzochten voorts met klem om inzage in (a) de ambtelijke stukken op basis waarvan de minister voor Onderwijs, Cultuur & Wetenschappen is geadviseerd en (b) de notulen van de ministerraad over de bespreking van dit wetsvoorstel.

Wat de waarborgfondsen betreft, achtten deze leden het antwoord van de regering niet «to the point». Waar is in de schriftelijke stukken van het wetsvoorstel of in de Handelingen aandacht geschonken aan de eventuele verstrekkende consequenties voor de Waarborgfondsen? Waaruit blijkt dat deze niet gewoon vergeten zijn?

Vervolgens wezen deze leden erop dat bijlagen bij een memorie van toelichting geen karakter van wet hebben. De oorspronkelijke lijsten zijn min of meer illustratief. Gegeven het amendement op art. 45 moeten de aanvankelijke lijsten toch aan de Staten-Generaal in een AMvB via een voorhangprocedure worden voorgelegd?

Deze leden hadden eerder gevraagd duidelijk te maken op welke wijze de onderwijsinstellingen (en eventueel andere instellingen) erop zijn gewezen dat een ambtelijke brief over de werking van de wet ten onrechte is verstuurd aangezien het wetsvoorstel nog in de Eerste Kamer in behandeling is. Zij zouden die correctie graag willen zien.

Vertrouwende, dat deze vragen afdoende zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Stevens

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Boorsma (CDA), Stevens (CDA), (voorzitter), Schuyer (D66), Rensema (VVD), Van den Berg (SGP), Varekamp (VVD), Ter Veld (PvdA), Ruers (SP), Wolfson (PvdA) (plv. voorzitter), De Vries (ChristenUnie), Dupuis (VVD), Bemelmans-Videc (CDA), Platvoet (GL).

Naar boven