nr. 236
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien
in de mogelijkheid dat de bezwaarschriftprocedure buiten toepassing blijft
als het bestuursorgaan en belanghebbenden daarmee instemmen, waardoor rechtstreeks
beroep bij de administratieve rechter openstaat;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Algemene wet bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt:
A
Na artikel 7:1 wordt in afdeling 7.1 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 7:1a
1. In het bezwaarschrift kan de indiener het bestuursorgaan verzoeken
in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter, zulks
in afwijking van artikel 7:1.
2. Het bestuursorgaan wijst het verzoek in ieder geval af, indien:
a. het bezwaarschrift is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit,
of
b. tegen het besluit een ander bezwaarschrift is ingediend waarin eenzelfde
verzoek ontbreekt, tenzij dat andere bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk
is.
3. Het bestuursorgaan kan instemmen met het verzoek indien de zaak daarvoor
geschikt is.
4. Het bestuursorgaan beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek. Een beslissing tot instemming wordt genomen zodra redelijkerwijs kan worden
aangenomen dat geen nieuwe bezwaarschriften zullen worden ingediend. De artikelen
4:7 en 4:8 zijn niet van toepassing.
5. Indien het bestuursorgaan instemt met het verzoek zendt het het bezwaarschrift,
nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, onverwijld door aan de
bevoegde rechter.
6. Een na de instemming ontvangen bezwaarschrift wordt eveneens onverwijld
doorgezonden aan de bevoegde rechter. Indien dit bezwaarschrift geen verzoek
als bedoeld in het eerste lid bevat, wordt, in afwijking van artikel 8:41,
eerste lid, geen griffierecht geheven.
B
In de artikelen 7:14 en 7:27 wordt na «toepassing» ingevoegd:
op besluiten op grond van deze afdeling.
C
Artikel 8:4 wordt gewijzigd als volgt:
1. Aan het slot van onderdeel i vervalt: of.
2. De punt aan het slot van onderdeel j wordt vervangen door: , of.
3. Toegevoegd wordt een onderdeel k, luidende:
k. als bedoeld in artikel 7:1a, vierde lid.
D
Aan artikel 8:8 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien het bestuursorgaan ingevolge artikel 7:1a, vijfde of zesde lid,
verschillende bezwaarschriften doorzendt, zendt het bestuursorgaan deze door
aan de rechtbank die ingevolge de tweede volzin van het eerste lid de zaak
zal behandelen.
E
Na artikel 8:54 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 8:54a
1. Totdat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting van de rechtbank
te verschijnen, kan de rechtbank het onderzoek sluiten, indien voortzetting
van het onderzoek niet nodig is, omdat het bestuursorgaan kennelijk ten onrechte
heeft ingestemd met rechtstreeks beroep bij de rechtbank.
2. In dat geval strekt de uitspraak ertoe dat het bestuursorgaan het beroepschrift
als bezwaarschrift behandelt. Artikel 7:10 is van overeenkomstige toepassing.
F
In artikel 10:3, derde lid, wordt na «bezwaarschrift» ingevoegd:
of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid,.
ARTIKEL II
Artikel 37, tweede lid, van de Wet op de Raad van State wordt gewijzigd
als volgt:
1. De onderdelen b, c en d worden geletterd c, d en e.
2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:54a van die
wet,.
ARTIKEL III
Artikel 18, tweede lid, van de Beroepswet wordt gewijzigd als volgt:
1. De onderdelen b, c en d worden geletterd c, d en e.
2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:54a van die
wet,.
ARTIKEL IV
De Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie wordt gewijzigd als volgt:
1. In artikel 18, vierde lid, wordt na «de artikelen 8:1, derde
lid, 8:2, 8:3» ingevoegd: , 8:4, aanhef en onderdeel j,.
2. Artikel 20, tweede lid, wordt gewijzigd als volgt:
1°. De onderdelen b, c en d worden geletterd c, d en e.
2°. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. een uitspraak van de rechtbank als bedoeld in artikel 8:54a van die
wet,.
ARTIKEL V
Artikel 28, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt
gewijzigd als volgt:
1. De onderdelen b en c worden geletterd c en d.
2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
b. een uitspraak van het gerechtshof overeenkomstig artikel 8:54a van
die wet,.
ARTIKEL VI
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,