nr. 310b
NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1
De memorie van antwoord gaf de commissie aanleiding tot het maken van
de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.
De leden van de CDA-fractie hadden met waardering
kennisgenomen van de poging in de memorie van antwoord op de vele vragen van
deze leden een bevredigende reactie te geven. Niettemin waren zij teleurgesteld
over de onmogelijkheid van de regering een adequate cijfermatige onderbouwing
te leveren. Ook bleven zij er niet van overtuigd, dat dit wetsvoorstel niet
in de tijd beperkt zou moeten worden, respectievelijk de reikwijdte niet beperkt
zou moeten worden tot het bereik van de Noodwet celcapaciteit drugskoeriers.
Ziet de minister nog andere argumenten dan in de memorie van antwoord
worden gehanteerd, zo vroegen deze leden.
De leden van de PvdA-fractie hadden met belangstelling
kennisgenomen van de memorie van antwoord van 23 april 2002. Met name het
feit dat het mogelijkheden en geenszins verplichtingen betreft tot enkelvoudige
afhandeling en dan nog met onverkorte handhaving van het criterium van de
eenvoudigheid, brengt enige nuancering aan. Wel is te betreuren, zo meenden
ook deze leden, dat kwantitatieve gegevens zo weinig te leveren zijn, behalve
dan wat betreft de situatie en de mogelijke effecten van het voorstel toegespitst
op de drugskoeriers. Onduidelijkheid bestond voorts over de vragen van de
PvdA-fractie over de twijfelachtigheid van efficiencywinst, gezien de terughoudende
opstelling van voorzitters van gerechtshoven, en over de zorg over mogelijke
(budgettaire) druk op rechtbanken en gerechtshoven om meer zaken enkelvoudig
af te doen. In hoeverre kan de verruiming van de inzet van rechter-plaatsvervangers
het capaciteitstekort lenigen? Is het advies van de Raad voor de Rechtspraak
terzake inmiddels bekend?
De leden van de PvdA-fractie zouden minder bezwaar tegen het wetsvoorstel
hebben, als de verruiming van enkelvoudige rechtspraak beperkt bleef tot de
eerste aanleg en dus in hoger beroep meervoudige rechtspraak de regel bleef.
Zij vonden meervoudigheid een belangrijk aspect van de meerwaarde van een
behandeling in hoger beroep. Als dit betekent, dat meer bemensing
nodig is voor de hoger beroep rechtspraak, zou die er volgens hen gewoon moeten
komen. Hoeveel extra personeel zou dat vereisen? Deze leden zouden ook graag
vernemen hoeveel zaken volgens de minister zo eenvoudig zijn, dat zij in appel
enkelvoudig afgedaan kunnen worden en om wat voor categorieën zaken dat
dan gaat.
Met instemming lazen deze leden in de memorie van antwoord als voorbeeld
van eenvoudige zaken de strafvordering ten aanzien van drugskoeriers, aangehouden
op Schiphol. Zij ontleenden daaraan een onderbouwing van hun voorkeur om de
verruiming van mogelijkheden voor enkelvoudige afdoening te beperken tot de
drugskoeriers, zijnde eenvoudige, sterk genormeerde zaken. Kan de minister
verduidelijken waarom de drugskoeriers weliswaar de aanleiding tot het voorstel
zijn, maar niet de wezenlijke oorzaak ervan? Is een verwijzing naar het initiatiefvoorstel
Van Oven/Vos niet wat verwonderlijk als deze minister zelf dat voorstel destijds
heeft ontraden? Bij de verwijzing naar gewijzigde maatschappelijke opvattingen
wordt het debat in de Tweede Kamer over de drugskoeriers genoemd. Dat riep
bij deze leden nogmaals de vraag op of deze maatregel dan niet tot de drugskoeriers
dient te worden beperkt. Welke problemen zullen zich voordoen indien dit voorstel
wordt beperkt tot een (tijdelijke) maatregel met betrekking tot drugskoeriers,
met inbegrip van een jaarlijkse evaluatie? De leden van de PvdA-fractie achtten
een dergelijke beperking noodzakelijk teneinde te kunnen instemmen met dit
voorstel.
De voorzitter van de commissie,
Van de Beeten
De griffier van de commissie,
Janssen
XNoot
1 Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Jurgens (PvdA), Le Poole
(PvdA), Ruers (SP), Rosenthal (VVD), (plv. voorzitter), Dölle (CDA),
Kohnstamm (D66), Lodders-Elfferich (CDA), De Wolff (GroenLinks), Van de Beeten
(CDA), (voorzitter) en Broekers-Knol (VVD).