28 024
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs

27 9201
Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs

nr. 232a
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Zoetermeer, 9 april 2002

De wetsvoorstellen ter invoering van een bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (kamerstukken I 2001–2002, 28 024, nr. 232) en ter invoering van een systeem van accreditatie in het hoger onderwijs (kamerstukken I 2001–2002, 27 920, nr. 233) liggen thans voor behandeling voor in de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het belang van deze voorstellen is door uw Kamer bij de behandeling van de Onderwijsbegroting vorig jaar breed onderschreven. Ik zie daarom uit naar het overleg met uw Kamer over deze voorstellen.

Om een goede invoering van de bachelor-masterstructuur en het accreditatieorgaan te kunnen garanderen zie ik mij echter tegelijkertijd genoodzaakt reeds enige stappen te zetten vooruitlopend op behandeling in de Eerste Kamer. In deze brief informeer ik u daarover. Verder hecht ik er aan te benadrukken dat er inhoudelijk geen reden is de behandeling van deze wetsvoorstellen afhankelijk te stellen is van de agendering van het wetsvoorstel Deregulering hoger onderwijs (kamerstukken II 2000–2001, 27 848, nr. 2) door de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De wetsvoorstellen inzake bachelor-master en accreditatie kunnen inhoudelijk volledig los worden gezien van dat laatste wetsvoorstel.

Zoals u bekend is, staat het de regering voor ogen om na aanvaarding van het wetsvoorstel invoering bachelor-masterstructuur met ingang van het komende studiejaar te komen tot invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs. Het gaat daarbij om een aantal belangrijke veranderingen voor reeds ingeschreven, maar vooral voor toekomstige studenten.

Zorgvuldigheid jegens deze studerenden eist, dat de voorlichting over deze belangrijke structuurwijziging tijdig geschiedt. De tijd tot de in het wetsvoorstel vermelde inwerkingtredingsdatum is zeer kort. Aankomende studenten melden zich nu voor het komende studiejaar aan en ook zittende studenten vragen naar de consequenties van de mogelijke veranderingen.

Zonder afbreuk te doen aan een volwaardige behandeling door uw Kamer, lijkt het me dan ook zeer wenselijk om de voorlichting over de nieuwe bachelor-masterstructuur met ingang van de maand mei van dit jaar ter hand te laten nemen, gezien de reikwijdte van deze structuurwijziging en de directe gevolgen voor de studenten. Ik hecht er aan om u hierbij te verzekeren dat deze voorlichting zal geschieden onder de uitdrukkelijke vermelding van het voorbehoud van parlementaire goedkeuring van het wetsvoorstel.

Naast de voorlichting over de bachelor-masterstructuur wil ik u graag op de hoogte stellen van de ontwikkelingen rond de start van het accreditatieorgaan. De invoering van accreditatie hangt nauw samen met het wetsvoorstel inzake de bachelor-masterstructuur. Ook voor de invoering van het systeem van accreditatie acht ik het van belang nu reeds enkele eerste stappen te zetten ter voorbereiding van de oprichting van het accreditatieorgaan. Ook hierbij ben ik mij er van bewust dat deze stappen slechts kunnen worden gezet onder het uitdrukkelijke voorbehoud van parlementaire goedkeuring van het wetsvoorstel. De door mij te zetten stappen zullen slechts tot doel hebben de latere oprichting te versnellen; in geen geval zal ik onomkeerbare stappen zetten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,

L. M. L. H. A. Hermans


XNoot
1

Het eerder verschenen stuk inzake dit wetsvoorstel is gedrukt onder EK nr. 231.

Naar boven