nr. 139b
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 7 december 2001
Algemeen
Het verheugt mij dat de leden van de fractie van GroenLinks met instemming
kennisgenomen hebben van het onderhavige wetsvoorstel. Toch vroegen zij zich
af of de verbetering van de informatieverstrekking aan afnemers van financiële
diensten voldoende is om de positie van de consument ook daadwerkelijk te
beschermen. In het bijzonder vroegen ze of het doel van de wetswijziging niet
wat te beperkt is, omdat het niet alleen gaat om informatieverstrekking, maar
ook om het aan de consument klip en klaar duidelijk te maken dat er een reële
toetsing zal plaatsvinden of het verleende krediet wel kan worden afgelost.
De leden zouden graag vernemen welke verbetering in dit opzicht van het voorliggende
wetsvoorstel is te verwachten.
Het doel van deze wetswijziging is het creëren van een rechtsbasis
voor de regelgeving ter verbetering van de informatieverstrekking door aanbieders
aan consumenten. Op basis hiervan wordt in eerste instantie het Besluit financiële
bijsluiter vastgesteld. Op grond van dit Besluit dienen de aanbieders van
complexe financiële producten aan de consument informatie te verstrekken
over de belangrijkste kenmerken van deze producten. Dit omvat ook de verstrekking
van informatie over de risico's van het product. Dit voorstel wijzigt niet
de situaties waarin kredietverstrekkers de kredietwaardigheid van de potentiële
kredietnemer toetsen, en is hiervoor ook niet bedoeld. Alle verstrekkers van
consumentenkrediet dienen op grond van de Wet op het consumentenkrediet (Wck)
reeds verplicht deel te nemen aan een systeem van kredietregistratie, zoals
het Bureau Kredietregistratie (BKR). Artikel 14 Wck bepaalt hiertoe dat deze
deelname als voorschrift aan de vergunning wordt verbonden. Het doel van dit
voorschrift is het tegengaan van overkreditering.
Naar aanleiding van de vragen van de leden van de GroenLinks-fractie welke
aanvullende maatregelen er van de regering zijn te verwachten om de onzorgvuldigheid
van de toetsing van kredietverstrekkers te bestrijden en welke rol in deze
is te verwachten van de Nederlandsche Bank als toezichthouder kan worden opgemerkt
dat momenteel een wetsvoorstel tot herziening van de Wck in voorbereiding
is. In dit wetsvoorstel worden onder meer de mogelijkheden om de naleving
van de Wck te controleren, aangescherpt1.
Zo zal ook voor consumentenkrediet, naast de mogelijkheden tot het geven van
een aanwijzing en het intrekken van de vergunning, het instrument van bestuurlijke
boetes en dwangsommen worden geïntroduceerd. Ook het overtreden van het
voorschrift tot deelname aan een stelsel van kredietregistratie wordt op deze
wijze gesanctioneerd. Dit biedt de toezichthouder meer mogelijkheden om tegen
overtreding van het voorschrift op te treden.
Voorts vroegen de leden van de GroenLinks-fractie of het niet noodzakelijk
is om de rol van het Bureau Kredietregistratie aanzienlijk uit te breiden
en dat raadpleging van het bureau voor het aangaan van de kredietovereenkomst
verplicht wordt gesteld. Tenslotte vroegen de leden van de GroenLinks-fractie
wat de regering van plan is te doen om kredietverstrekkers in de ruimste zin
van het woord (winkels, postorderfirma's, telefoonaanbieders) ertoe te verplichten
de kredietwaardigheid van kredietaanvragen afdoende te toetsen.
De Wck is van toepassing op alle verstrekkers van consumentenkrediet,
ook indien dit postorderfirma's, winkels, creditcard maatschappijen en andere
instellingen betreft. Deze instellingen dienen, voor zover ze consumentenkrediet
verstrekken, derhalve deel te nemen aan een systeem van kredietregistratie.
Overigens kent de Wck reeds de verplichting voor vergunninghouders om
zich te gedragen als van een goed kredietgever in het maatschappelijke verkeer
redelijkerwijs mag worden verwacht. Deze zorgplicht is door de Vereniging
van Financieringsmaatschappijen in Nederland (VFN) nader uitgewerkt in de
«Gedragscode VFN». Daarin is onder meer bepaald dat een krediet
alleen wordt verstrekt «na serieus onderzoek, in het bijzonder naar
de kredietwaardigheid, de financiële positie en de draagkracht van de
kredietaanvrager»2. In het kader van de
aangekondigde herziening van de Wck zal worden bezien in hoeverre deze zorgplicht
van de kredietverstrekkers, in het licht van de reikwijdte en naleving van
deze gedragscode, nadere uitwerking in regelgeving behoeft.
De Minister van Financiën,
G. Zalm