27 748
Uitvoering van de verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de Raad van de Europese Unie van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken (PbEG L 160/37) (Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening)

nr. 77a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 19 november 2001

Het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel gaf de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de CDA-fractie hadden met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel. De memorie van toelichting vermeldde, dat het advies van de Staatscommissie voor het Internationaal Privaatrecht van 12 april 2001 grotendeels was opgevolgd. Na lezing daarvan constateerden de leden hier aan het woord, dat een belangrijk onderdeel – te weten: betreffende de centrale instantie – juist niet was opgevolgd. Het gaat om de passages genummerd 20 tot en met 25 van het advies. De leden van de CDA-fractie stelden het op prijs te vernemen waarom dat niet is vermeld in de memorie van toelichting en waarom de minister de staatscommissie op dit punt niet heeft gevolgd. Bijzondere aandacht vroegen zij voor het gestelde onder 24, waar het advies wordt gegeven tot schepping van een goed geëquipeerde en deskundige centrale instantie/autoriteit voor alle verdragen en verordeningen die ons land verplichten zo'n autoriteit aan te wijzen.

Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Van de Beeten

De griffier van de commissie,

Eliane Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Jurgens (PvdA), Le Poole (PvdA), Ruers (SP), Rosenthal (VVD) (plv. voorzitter), Dölle (CDA) Kohnstamm (D66), De Wolff (GL), Lodders-Elfferich (CDA), Van de Beeten (CDA) (voorzitter) Broekers-Knol (VVD)

Naar boven