27 686
Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en enige andere wetten in verband met de invoering van een zelfstandigheidsverklaring en de uitsluiting van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsmannen van de verzekering voor de werknemersverzekeringen

nr. 71d
MOTIE VAN HET LID VAN LEEUWEN C.S.

Voorgesteld 17 december 2001

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen over de positie van de zelfstandigen zonder personeel in de belastingwetgeving en in de SV-wetten;

overwegende dat invoering van de voorgestelde wijziging van de WAZ en enkele andere wetten, mede op basis van de aanbevelingen van de werkgroep HOZ, op korte termijn van wezenlijk belang is;

overwegende dat als gevolg van amendering in de Tweede Kamer er niettemin in een aantal gevallen een niet bedoelde nadelige situatie voor zelfstandige opdrachtnemers kan ontstaan na vaststelling van het alsnog aanwezig zijn van een dienstbetrekking;

voorts overwegende dat de bescherming van de fictieve dienstbetrekking in de werknemersverzekeringen gevaar dreigt te lopen;

spreekt als haar oordeel uit, dat reparatie van onbedoeld nadelige situaties alsnog moet geschieden;

verzoekt de regering hiertoe de ontwikkelingen zowel terzake van de bescherming van de fictieve dienstbetrekking in de werknemersverzekeringen als van het voorkomen van schijnconstructies nauwlettend te volgen teneinde – mede aan de hand van de vast te stellen criteria voor de dienstbetrekking – zo nodig tot reparatiewetgeving te kunnen komen;

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Leeuwen

Jaarsma

De Wolff

De Vries

Hofstede

Naar boven