nr. 63
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels vast
te stellen betreffende ministeriële bevoegdheden ten aanzien van de besteding
van subsidies die ten laste komen van de begroting van de Europese Unie;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder:
a. Onze Minister: Onze Minister wie het aangaat;
b. EG-subsidie: een subsidie die door de Raad van de Europese Unie, het
Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of de Commissie van de Europese
Gemeenschappen op grond van een vastgesteld programma rechtstreeks of middellijk
wordt verstrekt, voorzover uit deze subsidie verplichtingen voortvloeien welke
bij of krachtens de oprichtingsverdragen van de Europese Gemeenschappen op
de Staat rusten;
c. betrokken bestuursorgaan: een niet tot de Staat behorend bestuursorgaan
dat een EG-subsidie ontvangt dan wel belast is met aan de lidstaat bij of
krachtens de oprichtingsverdragen van de Europese Gemeenschappen opgelegde
verplichtingen aangaande beheer, controle of toezicht ten aanzien van EG-subsidies.
Artikel 2
1. Het betrokken bestuursorgaan dat een EG-subsidie ontvangt stelt Onze
Minister in kennis van de verstrekte EG-subsidie. Deze kennisgeving vermeldt
aard en omvang van de activiteiten waarvoor de EG-subsidie wordt verleend
en de bij of krachtens de oprichtingsverdragen van de Europese Gemeenschappen
opgelegde verplichtingen ten aanzien van de verstrekking.
2. Het betrokken bestuursorgaan doet Onze Minister jaarlijks verslag van
de wijze waarop de EG-subsidie is aangewend dan wel invulling is gegeven aan
beheer, controle of toezicht met betrekking tot de verstrekte EG-subsidie.
3. Het betrokken bestuursorgaan verstrekt desgevraagd nadere inlichtingen
aan Onze Minister.
4. Onze Minister kan regels stellen ten aanzien van de wijze van kennisgeving,
bedoeld in het eerste lid, de periodieke verslaggeving, bedoeld in het tweede
lid, en het verstrekken van nadere inlichtingen, bedoeld in het derde lid.
5. Onze Minister wie het aangaat rapporteert, in overleg met Onze Minister
van Financiën, jaarlijks aan de beide Kamers der Staten-Generaal omtrent
de inhoud van de kennisgeving als bedoeld in het eerste lid en de inhoud van
de jaarlijkse verslagen als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 3
1. Onze Minister kan het betrokken bestuursorgaan aanwijzingen geven omtrent
de rechtmatige en doelmatige aanwending van de EG-subsidie dan wel de wijze
van beheer, controle of toezicht met betrekking tot de EG-subsidie, indien
sprake is van verzuim van het betrokken bestuursorgaan in de nakoming van
de bij of krachtens de oprichtingsverdragen van de Europese Gemeenschappen
opgelegde verplichtingen dan wel in geval een dergelijk verzuim dreigt te
ontstaan. Voorafgaand aan het geven van een dergelijke aanwijzing vindt overleg
plaats met het betrokken bestuursorgaan.
2. Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid wordt, behoudens in spoedeisende
gevallen, niet eerder gegeven dan nadat het betrokken bestuursorgaan in de
gelegenheid is gesteld om binnen een door Onze Minister gestelde termijn alsnog
het verzuim te herstellen dan wel een dergelijk verzuim te voorkomen.
Artikel 4
1. In geval de Staat aansprakelijk wordt gesteld door een instelling van
de Europese Gemeenschappen voor het verzuim van een betrokken bestuursorgaan
in de nakoming van bij of krachtens de oprichtingsverdragen van de Europese
Gemeenschappen opgelegde verplichtingen ten aanzien van de rechtmatige en
doelmatige aanwending van de EG-subsidie dan wel de wijze van beheer, controle
of toezicht met betrekking tot de EG-subsidie en verplicht wordt tot:
a. het betalen van een forfaitaire som,
b. het betalen van een dwangsom, of
c. het terugbetalen van de aan het betrokken bestuursorgaan verstrekte
EG-subsidie vermeerderd met de eventueel daarover berekende rente kan Onze
Minister besluiten deze bedragen te verhalen op het betrokken bestuursorgaan,
voorzover de aansprakelijkheid van de Staat het gevolg is van het verzuim
van dit bestuursorgaan.
2. Voorafgaand aan het nemen van een besluit tot verhaal als bedoeld in
het eerste lid vindt overleg plaats met het betrokken bestuursorgaan.
3. Onze Minister kan in overeenstemming met het betrokken bestuursorgaan
bedragen die krachtens wettelijk voorschrift aan het betrokken bestuursorgaan
worden uitbetaald, verrekenen met de op grond van het eerste lid door hem
te innen bedragen.
Artikel 5
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst. Indien het Staatsblad waarin
deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2002,
treedt zij in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand
na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 6
Deze wet wordt aangehaald als: Wet toezicht Europese subsidies.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,