27 554
Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen)

nr. 99a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE1

Vastgesteld 20 december 2001

Het voorbereidend onderzoek gaf de commissie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden van de VVD-fractie hadden met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel. Zij constateerden dat met dit wetsvoorstel in belangrijke mate de rechtspraak van de Hoge Raad met betrekking tot het verrekeningsbeding wordt gecodificeerd. Na de herziening van het personen- en familierecht in 1970 en de aanpassing aan het Nieuw Burgerlijk Wetboek in 1992, volgt thans wederom een hercodificatie van het huwelijksvermogensrecht. Naar deze leden hadden begrepen, ligt het in de bedoeling van de regering te zijner tijd een wetsvoorstel in te dienen tot afschaffing van de wettelijke gemeenschap van goederen, waardoor over een aantal jaren wederom het huwelijksvermogensrecht herzien zou worden.

De leden van de VVD-fractie zouden graag van de regering vernemen waarom zij met dit wetsvoorstel heeft gekozen voor een trapsgewijze herziening van het huwelijksvermogensrecht, zeker nu ervan mag worden uitgegaan dat de grootste ontwikkelingen met betrekking tot de jurisprudentie betreffende het verrekeningsbeding inmiddels hebben plaatsgehad. Waarom heeft de regering niet gekozen voor een meer fundamentele herziening over een aantal jaren?

In het wetsvoorstel wordt het wettelijk deelgenootschap afgeschaft. In Duitsland is een vergelijkbaar stelsel juist tot wettelijk systeem verheven. Het was de leden van de VVD-fractie bekend dat het Duitse recht in voorkomende gevallen als voorbeeld c.q. inspiratiebron geldt voor Nederlandse wetsvoorstellen. Kan de regering deze leden informeren waarom thans zo nadrukkelijk een richting is gekozen die duidelijk contrair is aan die van de Duitse wetgever?

In de artikelen 1:123 tot en met 1:128 BW worden de beperkte gemeenschap van vruchten en inkomsten en de beperkte gemeenschap van winst en verlies geregeld. Heeft de regering niet overwogen deze beide beperkte gemeenschappen tegelijk met het wettelijk deelgenootschap af te schaffen, zo vroegen deze leden tot besluit.

Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Van de Beeten

De griffier van de commissie,

Janssen


XNoot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Jurgens (PvdA), Le Poole (PvdA), Ruers (SP), Rosenthal (VVD), (plv. voorzitter), Dölle (CDA), Kohnstamm (D66), De Wolff (GL), Lodders-Elfferich (CDA), Van de Beeten (CDA), (voorzitter) en Broekers-Knol (VVD).

Naar boven