27 199
Wijziging van de Faillissementswet in verband met de invoering van de mogelijkheid van een vereenvoudigde afwikkeling van faillissement

nr. 156
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

29 november 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Faillissementswet de mogelijkheid in te voeren van een vereenvoudigde afwikkeling van het faillissement;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Faillissementswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 4, eerste lid, wordt na de eerste volzin een volgende zin toegevoegd, luidende:

De griffier stelt de schuldenaar terstond ervan in kennis dat hij onverminderd artikel 15b, eerste lid, een verzoekschrift, als bedoeld in artikel 284, kan indienen.

B

Aan artikel 15b wordt na de zinsnede «totdat de verificatievergadering is gehouden» toegevoegd: of, indien de verificatievergadering achterwege blijft, totdat de rechter-commissaris de beschikkingen als bedoeld in artikel 137a, eerste lid, heeft gegeven.

C

In het eerste lid van artikel 16 wordt de zinsnede «Indien de toestand des boedels daartoe aanleiding geeft» vervangen door: Indien niet voldoende baten beschikbaar zijn voor de voldoening van de faillissementskosten en de overige boedelschulden.

D

In artikel 67, tweede lid, wordt «127, vierde lid, 174,» vervangen door: 127, vierde lid, 137a, eerste lid, 174,.

E

Na de vijfde afdeling van de eerste titel wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

VIJFDE AFDELING A

Vereenvoudigde afwikkeling van faillissement

Artikel 137a

1. Indien aannemelijk is dat de beschikbare baten niet voldoende zijn om daaruit de concurrente vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen, kan de rechter-commissaris op verzoek van de curator dan wel ambtshalve bepalen dat afhandeling van concurrente vorderingen achterwege blijft en dat geen verificatievergadering wordt gehouden.

2. De curator geeft van de in het eerste lid bedoelde beschikking onmiddellijk aan alle bekende schuldeisers bij brieven kennis en doet daarvan aankondiging in het nieuwsblad of de nieuwsbladen, bedoeld in artikel 14.

3. Ingeval de in het eerste lid bedoelde beschikking is gegeven, is deze afdeling van toepassing. De vijfde afdeling vindt geen toepassing op concurrente vorderingen. Op niet-concurrente vorderingen zijn de artikelen 128 tot en met 136 van de vijfde afdeling van overeenkomstige toepassing. De zesde en de zevende afdeling vinden geen toepassing, tenzij hierna anders is bepaald.

Artikel 137b

1. De curator gaat na welke vorderingen bevoorrecht zijn of door pand, hypotheek of retentierecht gedekt zijn.

2. Indien de curator een vordering dan wel de aan een vordering verbonden voorrang betwist, geeft hij de desbetreffende schuldeiser daarvan bericht en treedt hij met hem in overleg ter regeling van dit geschil.

3. Indien de curator geen overeenstemming bereikt met de in het vorige lid bedoelde schuldeiser, legt hij het geschil aan de rechter-commissaris voor. Artikel 122, eerste, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

4. De gefailleerde is bevoegd zijn bezwaren tegen een vordering dan wel tegen de aan een vordering verbonden voorrang aan de curator kenbaar te maken, die, als hij de bezwaren niet kan wegnemen, deze aan de rechter-commissaris voorlegt. Artikel 126 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 137c

1. De curator gaat over tot tegeldemaking van de boedel. De artikelen 175, tweede lid, 176 en 177 zijn van overeenkomstige toepassing.

2. De curator maakt een uitdelingslijst op. De lijst houdt in een staat van de ontvangsten en uitgaven (daaronder begrepen het salaris van de curator), de namen van de schuldeisers die een bevoorrechte of door pand, hypotheek of retentierecht gedekte vordering hebben, het bedrag van ieders vordering en de daarop te ontvangen uitkering.

3. Voor de vorderingen waarover een geschil als bedoeld in artikel 122 aanhangig is, trekt de curator op de lijst percenten over het volle bedrag uit, alsmede percenten voor in verband daarmee nog aan te wenden kosten. Artikel 194 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 137d

1. De curator legt de uitdelingslijst ter goedkeuring aan de rechter-commissaris voor.

2. De curator legt een afschrift van de door de rechter-commissaris goedgekeurde lijst alsmede een verslag over de toestand van de boedel ter griffie van de rechtbank neder om aldaar gedurende tien dagen kosteloos ter inzage te liggen voor een ieder.

3. Van de nederlegging doet de curator aankondiging in het nieuwsblad of de nieuwsbladen, bedoeld in artikel 14, derde lid.

4. De curator geeft daarvan schriftelijk bericht aan alle bekende schuldeisers, met mededeling dat de uitdelingslijst geen betrekking heeft op concurrente vorderingen.

5. Artikel 182 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 137e

1. Gedurende de in artikel 137d, tweede lid, genoemde termijn kan iedere schuldeiser in verzet komen tegen de ter griffie nedergelegde uitdelingslijst door inlevering van een met redenen omkleed bezwaarschrift ter griffie; hem wordt door de griffier een bewijs van ontvangst gegeven.

2. Het bezwaarschrift wordt als bijlage bij de uitdelingslijst gevoegd.

3. Het verzet door een concurrente schuldeiser kan niet worden gegrond op het enkele feit dat zijn vordering niet op de ter griffie nedergelegde uitdelingslijst is geplaatst.

4. De artikelen 185 en 187 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 137f

1. Na afloop van de termijn, genoemd in artikel 137d, tweede lid, of, indien verzet is gedaan, nadat de beschikking op het verzet in kracht van gewijsde is gegaan, gaat de curator over tot het doen van de vastgestelde uitkering.

2. De artikelen 188, 189, 190, 192 en 193 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 137g

1. Indien tijdens de vereffening baten opkomen die van zodanige omvang zijn dat uit de opbrengst daarvan ook concurrente vorderingen geheel of gedeeltelijk kunnen worden voldaan, bepaalt de rechter-commissaris dat alsnog een verificatievergadering wordt gehouden en stelt daartoe dag, uur en plaats vast, alsmede de dag waarop uiterlijk de vorderingen ingediend moeten worden. Artikel 108, tweede lid, is van toepassing.

2. De curator geeft van de in het vorige lid genoemde beschikking onmiddellijk aan alle bekende schuldeisers kennis en doet daarvan aankondiging in het nieuwsblad of de nieuwsbladen, bedoeld in artikel 14, derde lid.

3. De vijfde, zesde en zevende afdeling zijn van toepassing.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de vierde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie,

Naar boven