26 734
Wijziging van de Woningwet naar aanleiding van enerzijds de evaluatie van die wet en anderzijds het project Marktwerking, Deregulering en Wetgevingskwaliteit (bouwvergunningprocedure en welstandstoezicht)

nr. 31e
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2002

Betr.: datum inwerkingtreding wijzigingen bouwregelgeving

In het kader van de voorhangprocedure heeft op 15 januari 2002 de mondelinge behandeling van het ontwerp-Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken door Uw Kamer plaatsgevonden (Kamerstukken I 2001/2002, 26 734, nr. 31d). Volgens de op dat moment gehanteerde planning zou dat Besluit – als onderdeel van een breder pakket wijzigingen van de bouwregelgeving – op 1 juli 2002 in werking treden. Zeer recent heeft de Raad van State mij evenwel medegedeeld dat de aan hem gevraagde adviezen over enkele onderdelen van dat wijzigingspakket niet voor eind mei 2002 zullen worden uitgebracht. Die onderdelen zijn het eerderbedoelde Besluit en het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning. Dit brengt met zich dat die Besluiten slechts zeer kort voor inwerkingtreding in het Staatsblad zouden kunnen worden gepubliceerd. Gegeven de voorbereidingstermijn die de bouwpraktijk en de gemeentelijke uitvoeringspraktijk bij wijzigingen van de bouwregeling moet worden gegeven, acht ik die termijn te kort. Om die reden heb ik dan ook besloten de inwerkingtreding van die Besluiten niet op 1 juli 2002 maar op 1 januari 2003 te laten plaatsvinden. In verband met de samenhang van die Besluiten met overige onderdelen van dat wijzigingspakket geldt die beslissing voor de inwerkingtreding van het gehele wijzigingspakket (= wijziging Woningwet, geconverteerde Bouwbesluit en beide genoemde Besluiten). Daarbij is voor inwerkingtreding op 1 januari 2003 gekozen aangezien op die datum nog enkele wijzigingen van de bouwregelgeving in werking gaan treden en aldus alle wijzigingen op hetzelfde moment in werking treden. Bovendien wordt daarmee tegemoet gekomen aan de wens die een aantal organisaties uit de bouwsector op dit punt kenbaar heeft gemaakt. Ik vertrouw erop u hiermede genoegzaam te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. W. Remkes

Naar boven