nr. 342
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien horen of lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het nodig is om, gelet op artikel
4 van verordening (EG) nr. 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het
aansluitnetwerk (PbEG L 336/4), uitvoering aan deze verordening te geven door
de Telecommunicatiewet en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit
te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Telecommunicatiewet wordt gewijzigd als volgt:
A
Na artikel 6.9 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 6.4 Uitvoeringsbepaling inzake verordening (EG)
nr. 2887/2000
Artikel 6.10
1. In deze bepaling wordt verstaan onder verordening: verordening (EG)
nr. 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van
18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk (PbEG
L 336/4).
2. Het college is de instantie bedoeld in artikel 4 van de verordening.
3. In het kader van het toezicht op de in artikel 3, derde lid, van de
verordening opgenomen verplichting tot het hanteren van op kosten georiënteerde
tarieven voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende
faciliteiten wordt door de aangemelde exploitant, bedoeld in artikel
2, onderdeel a, van de verordening, een systeem voor de toerekening van de
kosten van bedoelde ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende
faciliteiten opgesteld. Het systeem behoeft de goedkeuring van het college.
4. Het college dan wel een door het college aan te wijzen bevoegde derde
onderzoekt jaarlijks of er in overeenstemming met het in het derde lid bedoelde
systeem is gehandeld. Van het resultaat van het onderzoek wordt mededeling
gedaan in de Staatscourant.
5. Artikel 6.2 is van overeenkomstige toepassing op overeenkomsten inzake
ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten,
als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, onderscheidenlijk artikel 2, onderdeel
i, van de verordening, waarbij een aangemelde exploitant, als bedoeld in artikel
2, onderdeel a, van de verordening, partij is.
B
In artikel 15.1, derde lid, wordt na «het bepaalde bij of krachtens
andere bepalingen van deze wet dan bedoeld in het eerste en tweede lid»
ingevoegd:, alsmede het bepaalde bij verordening (EG) nr. 2887/2000 van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 december 2000
inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk (PbEG L 336/4).
ARTIKEL II
Artikel 15 van de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit
wordt als volgt gewijzigd:
1. na onderdeel a, 2°, wordt ingevoegd: 3°. verordening (EG) nr.
2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18
december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk (PbEG L 336/4).
2. in onderdeel b, 2°, wordt het zinsdeel «6.9, 7.1» vervangen
door: 6.9, 6.10, 7.1.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt, behoudens het bepaalde
in artikel I, onder A, met betrekking tot een door het college goed te keuren
systeem voor de toerekening van kosten, en het bepaalde in artikel I, onder
A, voorzover op grond daarvan door het college een boete kan worden opgelegd
of een last onder dwangsom kan worden gegeven, terug tot en met 31 december
2000.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,