27 259
Wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945, ter implementatie van de overgenomen aanbevelingen van het Adviescollege uitvoering wetten voor oorlogsgetroffenen, alsmede tot het aanbrengen van wijzigingen van andere ondergeschikte aard

nr. 74
VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld 7 november 2000

Het voorliggende wetsvoorstel deed bij de commissie een aantal vragen rijzen.

In de eerste plaats betrof dit de uitbreiding van de voorzieningen. Bij WUBO is het drempelbedrag vervallen ten aanzien van de voorzieningen op grond van artikel 22 en bij alle voorzieningen zal het onderscheid bij toekenning tussen causale invaliditeit en algemene invaliditeit vervallen wanneer betrokkenen de leeftijd van 70 jaar hebben overschreden.

In Nederland wonende rechthebbenden zullen ook rechten kunnen ontlenen aan de algemene voorzieningenwetten zoals de WVG, de AWBZ en de ZFW en dergelijke. Wat is de onderlinge verhouding tussen de algemene wetten en de specifieke wetgeving? Het kan toch niet zo zijn, veronderstelden de leden, dat de algemene wetgeving niet als voorliggende voorziening eerst in aanmerking moet worden genomen?

Graag zagen zij een toelichting op de onderlinge verhouding.

In de tweede plaats kon de commissie de financiële paragraaf onvoldoende doorzien. Is het nu zo dat verondersteld mag worden dat slechts 5% van de nieuwe doelgroep een beroep zal doen op de voorzieningen of is het bedrag berekend ervan uitgaand dat bij aanvraag per 5% van de doelgroep de aangegeven kosten zullen kunnen ontstaan?

Is de berekening overigens cumulatief in die zin dat er zowel met de beoogde uitbreiding naar de personen boven de 70 jaar als met het vervallen van het drempelbedrag rekening is gehouden?

Als derde vroeg de commissie naar het te verwachten moment van invoering van de wetswijziging. Mag ervan worden uitgegaan dat bij latere gereedkoming van de AmvB's toch kan worden uitgegaan van invoering – zo nodig met terugwerkende kracht – op 1 januari 2001?

De voorzitter van de commissie,

Ter Veld

De griffier van de commissie,

Nieuwenhuizen


XNoot
1

Samenstelling: Boorsma (CDA), Werner (CDA), Van Leeuwen (CDA), (plv. voorzitter), Van den Berg (SGP), Van Heukelum (VVD), Ter Veld (PvdA), (voorzitter), Dees (VVD), Hessing (D66), Ruers (SP), Stekelenburg (PvdA), Van Schijndel (GL) en Swenker (VVD).

Naar boven