27 170
Regels inzake het aanhouden van voorraden aardolieproducten (Wet voorraadvorming aardolieproducten 2001)

nr. 188d
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN1

Vastgesteld 22 maart 2001

De memorie van antwoord gaf de leden van de CDA-fractie nog aanleiding tot het maken van onderstaande opmerkingen en het stellen van enkele vragen.

De leden hier aan het woord hadden kennis genomen van de uitvoerige memorie van antwoord. Zij hadden behoefte aan enige nadere opheldering inzake een tweetal onderwerpen.

In de memorie van toelichting wordt op de blzz. 6 en 7 veel nadruk gelegd op besparingen. In de memorie van antwoord daarentegen is juist sprake van een extra belasting van de consument van 1,1 ct/liter naar 1,3 ct/liter. Om welke exacte bedragen gaat het hierbij?

Is het juist dat deze lastenverzwaring voor de burger, zulks ten faveure van de oliemaatschappijen, een structureel karakte heeft? Waarom is deze (structurele) lastenverzwaring niet beter toegelicht in de memorie van toelichting?

Betreffende de in artikel 8, derde lid genoemde speculatie spreekt de minister in de memorie van antwoord over «een zeer zwaar wapen». Is het in het kader van rechtszekerheid niet vreemd dat dit «zeer zware wapen» nu nog niet nader ingevuld kan worden? Zal de nadere invulling in goed overleg met de Staten-Generaal plaatsvinden?

Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Luijten

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Stevens (CDA), Van Leeuwen (CDA), Schoondergang-Horikx (GL), Van den Berg (SGP), Hofstede (CDA) (plv.voorzitter), Bierman (OSF), Wöltgens (PvdA), Luijten (VVD) (voorzitter), Ruers (SP), Terlouw (D66), Bierman-Beukema toe Water (VVD), Doesburg (PvdA), Kneppers-Heijnert (VVD).

Naar boven