nr. 188d
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN1
Vastgesteld 22 maart 2001
De memorie van antwoord gaf de leden van de CDA-fractie
nog aanleiding tot het maken van onderstaande opmerkingen en het stellen van
enkele vragen.
De leden hier aan het woord hadden kennis genomen van de uitvoerige memorie
van antwoord. Zij hadden behoefte aan enige nadere opheldering inzake een
tweetal onderwerpen.
In de memorie van toelichting wordt op de blzz. 6 en 7 veel nadruk gelegd
op besparingen. In de memorie van antwoord daarentegen is juist sprake van
een extra belasting van de consument van 1,1 ct/liter naar 1,3 ct/liter. Om
welke exacte bedragen gaat het hierbij?
Is het juist dat deze lastenverzwaring voor de burger, zulks ten faveure
van de oliemaatschappijen, een structureel karakte heeft? Waarom is deze (structurele)
lastenverzwaring niet beter toegelicht in de memorie van toelichting?
Betreffende de in artikel 8, derde lid genoemde speculatie spreekt de
minister in de memorie van antwoord over «een zeer zwaar wapen».
Is het in het kader van rechtszekerheid niet vreemd dat dit «zeer zware
wapen» nu nog niet nader ingevuld kan worden? Zal de nadere invulling
in goed overleg met de Staten-Generaal plaatsvinden?
Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de
commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende
voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Luijten
De griffier van de commissie,
Hordijk
XNoot
1Samenstelling: Stevens (CDA), Van Leeuwen (CDA), Schoondergang-Horikx
(GL), Van den Berg (SGP), Hofstede (CDA) (plv.voorzitter), Bierman (OSF), Wöltgens (PvdA), Luijten (VVD) (voorzitter), Ruers (SP), Terlouw (D66), Bierman-Beukema toe Water
(VVD), Doesburg (PvdA), Kneppers-Heijnert (VVD).