26 977 (R 1644)
Wijziging van de Paspoortwet, onder andere in verband met het daarin opnemen van enige bepalingen ter voorkoming van misbruik van reisdocumenten

nr. 18a
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT1

Vastgesteld 21 november 2000

Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de fracties van SGP en RPF/GPV aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden hier aan het woord hadden met belangstelling en goeddeels ook met instemming van het onderhavige wetsvoorstel kennis genomen. Zij hadden er evenwel behoefte aan de bewindslieden enkele vragen voor te leggen.

Deze leden vroegen of verklaard kan worden dat ondanks het feit dat de controle aan de binnengrenzen is vervallen, het aantal uitgegeven nooddocumenten is gestegen van zo'n 10 000 tot zo'n 18 000 per jaar. Voorts vroegen deze leden op welke wijze – eventueel door middel van sanctie – de naleving van de verplichting van nabestaanden om het paspoort van een overledene in te leveren, zal worden gegarandeerd. Is hier niet het risico van misbruik aanwezig?

Deze leden meenden te weten dat de voorgestelde aangifteplicht al drie jaar geleden is uitgevoerd, maar dat deze tot nu toe niet veel effect heeft gehad. Op grond waarvan verwacht de regering dat dit in de toekomst anders zal zijn?

Indien de politie vervolgactiviteiten gaat ontplooien, zal dit dan geschieden op basis van proces-verbaal of zal worden volstaan met een verklaring van aangifte?

Deze leden vroegen verder of de overweging of tot weigering of vervallenverklaring van een reisdocument zal worden overgegaan, naast het belang van het voorkomen van misbruik, het belang c.q. de persoonlijke omstandigheden van de betrokkene in de afweging zal worden betrokken.

Tenslotte stelden zij de vraag of, indien bij een weigering of vervallenverklaring, een termijn is gesteld, op een nieuwe aanvraag positief beslist kan worden als de gestelde termijn nog niet is verstreken. Dezelfde vraag stelden zij in geval geen termijn is gesteld. Bij beide vragen gingen deze leden er van uit dat zich na de weigering of vervallenverklaring zodanig gewijzigde omstandigheden hebben voorgedaan dat langere weigering niet meer proportioneel zou zijn.

Vertrouwende, dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de onderhavige wetsvoorstellen voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Witteveen

De griffier van de commissie,

Hordijk

1 Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Bierman (OSF), Van Heukelum (VVD), Luijten (VVD), plv.voorzitter, Ruers (SP), Terlouw (D66), Pastoor (CDA), Bemelmans-Videc (CDA), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Platvoet (GL) en Witteveen (PvdA), voorzitter.


XNoot
1

Samenstelling: Holdijk (SGP), Rensema (VVD), Bierman (OSF), Van Heukelum (VVD), Luijten (VVD) plv. voorzitter, Ruers (SP), Terlouw (D66), Patoor (CDA), Bemelmans-Videc (CDA), Dölle (CDA), Tan (PvdA), Platvoet (GL), Witteveen (PvdA) voorzitter.

Naar boven