nr. 36
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op
het consumentenkrediet zodanig te wijzigen dat de bepalingen ingevolge deze
wet gelden voor krediettransacties tot en met negentigduizend gulden en de
ingevolge artikel 26 van deze wet gestelde verplichtingen mede gelden voor
krediettransacties waarbij de kredietsom meer dan negentigduizend gulden bedraagt;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het consumentenkrediet wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:
1. Deze wet geldt niet voor krediettransacties, waarbij de kredietsom
meer dan negentigduizend gulden bedraagt.
B
In artikel 3, tweede lid, vervalt «met betrekking tot het vermelden
van het effectieve kredietvergoedingspercentage op jaarbasis,» en wordt
«vijftigduizend» vervangen door: negentigduizend.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede
kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Economische Zaken,