nr. 217
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2001
Tijdens het debat in de Eerste Kamer over de Justitiebegroting op 15 februari
2000 heb ik, in antwoord op vragen van de heer Kohnstamm, nadere informatie
toegezegd over de relatie tussen huiselijk geweld en straatgeweld. Met deze
brief voldoe ik aan deze toezegging.
Het verkennende onderzoek dat ik ten behoeve van deze toezegging heb laten
verrichten heeft mij duidelijk gemaakt dat een mogelijke relatie tussen huiselijk
geweld en straatgeweld een bijzonder complexe materie is. In dit verkennende
onderzoek, dat ter kennisneming is bijgevoegd2, is in de literatuur
nagegaan wat er bekend is over de mogelijke relatie. Gebleken is dat de literatuur
op dit gebied schaars is en veelal afkomstig is uit het buitenland. Om die
reden zijn ook sleutelpersonen geraadpleegd over het onderwerp, zodat een
aanvulling is verkregen vanuit de Nederlandse praktijk.
EEN RELATIE
Uit Amerikaans onderzoek is gebleken dat mannen die hun partner mishandelen
agressiever zijn tegenover niet-gezinsleden en meer geneigd zijn om niet-gezinsleden
te slaan, dan mannen die hun partner niet mishandelen. Er is ook een risicogroep aan het licht gekomen; de grotere geneigdheid
tot agressie jegens personen buiten het gezin geldt nog het sterkst voor mannen
die zich zowel schuldig maken aan partnergeweld als aan kindermishandeling.
Ook voor vrouwen heeft dit patroon zich geopenbaard.
Het geweld komt bij hen evenwel minder frequent voor en is minder ernstig
van aard.
Daarnaast komt uit ander onderzoek naar voren dat personen die in hun
jeugd mishandeld zijn, een grotere geneigdheid vertonen om als volwassenen
zelf gewelddadig te zijn. Uit Canadees onderzoek onder gedetineerden bleek
bijvoorbeeld dat mannen die in hun kinderjaren mishandeld waren, driemaal
zo vaak geweld hadden gebruikt als anderen. Er kwam tevens een samenhang aan
het licht tussen specifieke vormen van kindermishandeling en gelijkvormige
geweldspatronen in de volwassenheid. Dat specifieke, gelijkvormige, geweldspatronen
terugkeren wijst erop dat zulk gedrag aangeleerd wordt door blootstelling
aan gewelddadig gedrag in het gezin.
Een verwante materie is wat het betekent voor kinderen om getuige te zijn
van onderling geweld van hun ouders. Onderzoeken die verricht zijn wijzen
erop dat dergelijke kinderen op korte termijn problemen kunnen ontwikkelen
op meerdere gebieden tegelijk. Gevolgen op langere termijn wijzen vooral op
psychische problemen. Een lange termijn-effect dat met name zorgen baart is
in hoeverre blootstelling aan onderling ouderlijk geweld leidt tot een grotere
geneigdheid tot agressief en gewelddadig gedrag. Zo blijkt uit een Amerikaans
onderzoek uit 1992 dat volwassenen die op waren gegroeid temidden van gewelddadige
ouders – in vergelijking met volwassenen die geen gewelddadige ouders
hadden – vaker geweld tegen hun partner gebruikten; zich meer schuldig
maakten aan kindermishandeling; en vaker geweldsdelicten buitenshuis pleegden.
BEPERKTE OVERLAP
In het verkennende onderzoek is vastgesteld dat er een relatie bestaat
tussen huiselijk geweld en ander geweld. Echter, gegevens over een overlap
zijn spaarzaam voorhanden. Onderzoeksgegevens laten zien dat de overlap niet
groot is; in die onderzoeken is gekeken hoe de verdeling is tussen personen
die «alleen» jegens hun partner gewelddadig zijn, personen die
alleen jegens vreemden gewelddadig zijn en tenslotte personen die zowel jegens
hun partner als jegens vreemden gewelddadig zijn. Zo is in Amerikaans onderzoek
uit 1992 sprake van een overlap van 10% en komt uit Nieuw-Zeelands onderzoek
uit 2000 een overlap van 20% aan het licht.
Het bestaan van een overlap wijst erop dat er geweldplegers zijn die in
het algemeen gewelddadig zijn; zij zijn niet selectief in het zoeken van hun
doelwit, maar zijn gewelddadig en antisociaal in de omgang met de meeste medeburgers.
Ook de sleutelpersonen hebben wel ervaringen met een algeheel gewelddadige,
antisociaal georiënteerde groep.
VERVOLG
Ik ben voornemens om voor bovengenoemde algeheel gewelddadige groep een
screeningsinstrument te ontwikkelen, zodat bezien kan worden of zij, naast
andere vormen van geweld, ook huiselijke geweld plegen.
Om na te gaan of een generieke aanpak, of een specifieke aanpak van huiselijk
geweld en geweld op straat noodzakelijk is, ben ik voornemens om in een Nederlands
onderzoek na te gaan wat de samenhang is qua oorzaken en de omvang van de
overlap tussen geweld op straat, partnergeweld en andere vormen van geweld.
Ik zal mij oriënteren op initiatieven en projecten die zich richten
op de schadelijke gevolgen van relationeel geweld voor kinderen die daarvan
getuige zijn. In het kader van een effectieve preventie zal ik bevorderen
dat kinderen wier ouders wegens relationeel geweld in de hulpverlening terecht
komen, meer «gescreend» worden op mogelijke kindermishandeling.
De Minister van Justitie,
A. H. Korthals