26 732
Algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)

26 975
Invoering van de Vreemdelingenwet 2000 en daarmee verband houdende wijziging van diverse wetten alsmede intrekking van de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (Invoeringswet Vreemdelingenwet 2000)

nr. 5a
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2000

Bijgevoegd treft u aan een afschrift van het besluit tot wijziging van het Reglement regime grenslogies in verband met de algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) zoals heden gepubliceerd in het Staatsblad1. Deze toezending vindt plaats op grond van artikel 6, vierde lid, van het voorstel van wet tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000) (Kamerstukken II 1999–2000, 26 732), zoals dat komt te luiden indien het voorstel tot wet wordt verheven en in werking treedt. Het onderhavige ontwerp-besluit is een wijziging van het bestaande Reglement regime grenslogies waarin regels worden gesteld met betrekking tot het voor de beveiligde ruimte of plaats, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de wet (artikel 7a van de huidige Vreemdelingenwet) geldende regime. De wijzigingen zijn noodzakelijk naar aanleiding van wijzigingen van de terminologie in het wetsontwerp van de nieuwe Vreemdelingenwet. Ze zijn dan ook technisch van aard. De Raad van State heeft positief geadviseerd.

Ingevolge het vierde lid van artikel 6 van de Vreemdelingenwet 2000 wordt de voordracht voor een krachtens het derde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip, dat, nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.

Voor de verdere inhoud van het ontwerp-besluit moge ik verwijzen naar de nota van toelichting1. Een op dit onderdeel gelijk luidende brief zend ik aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Justitie,

M. J. Cohen


XNoot
1

Is ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 125.822.7.

XNoot
1

Is ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 125.822.7.

Naar boven