nr. 276
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in artikel
90 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen met terugwerkende
kracht tot en met 1 januari 1998 de mogelijkheid op te nemen om bij algemene
maatregel van bestuur tijdelijk een andere dan in genoemde bepaling geregelde
bestemming te bepalen van de gehele of gedeeltelijke opbrengst van de heffing
van premies ingevolge de Werkloosheidswet over uitkeringen van overheidswerknemers
en gewezen overheidswerknemers op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Aan artikel 90 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen
wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Bij algemene maatregel van bestuur op voordracht van Onze Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in overeenstemming met Onze
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan worden bepaald dat het totaal
van de in een kalenderjaar verschuldigde premie, bedoeld in het tweede lid,
onderdeel a, dat na aftrek van de in het tweede lid, onderdeel
a, onder 1° en 2°, bedoelde bedragen resteert, in afwijking van het
eerste lid geheel of gedeeltelijk kan worden gebruikt voor de bekostiging
van uitgaven in verband met het onder de werkingssfeer van de Werkloosheidswet
en de Ziektewet brengen van het overheidspersoneel. In deze algemene maatregel
van bestuur kan worden bepaald dat bij regeling van Onze Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking
tot de in de eerste volzin bedoelde bekostiging.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 1999.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,