nr. 259d
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Ontvangen 8 september 2000
De memorie van antwoord gaf voor de leden van de GroenLinks-fractie aanleiding
tot het stellen van een tweetal vragen.
Algemene uitkering gemeentefonds Sittard, Geleen en Born
Ten aanzien van het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Sittard,
Geleen en Born (26 968) vroegen deze leden naar de bijdrage die deze
drie gemeenten op dit moment ieder uit het Gemeentefonds ontvangen. Tevens
wilden de genoemde leden de bijdrage weten die de nieuwe gemeente Sittard-Geleen
uit het Gemeentefonds zou ontvangen.
Op grond van ramingen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds
volgens de nieuwe maatstaven zouden de afzonderlijke gemeenten in 2001 de
volgende bedragen ontvangen:
Sittard | 70,4 mln |
Geleen | 45,9 mln |
Born | 14,6 mln |
Samenvoeging van deze gemeenten betekent een «verlies» van
twee keer het vast bedrag dat iedere afzonderlijke gemeente krijgt. Ook is
er een neerwaarts effect op de maatstaf «schaalfactor uitvoeringskosten
bijstand». Daar staat tegenover dat de vorming van de nieuwe gemeente
een positief effect heeft op de maatstaven lokaal en regionaal klantenpotentieel.
Naar schatting zal de samenvoeging 1 miljoen gulden meer aan algemene bijdrage
opleveren dan de som van de bijdragen van de drie afzonderlijke gemeenten.
Daarbij komt overigens nog de uitkering op grond van de maatstaf herindeling
waaraan ik in de memorie van antwoord reeds memoreerde. Volledigheidshalve
benadruk ik nogmaals dat het hier gaat om ramingen die op basis van huidige
inzichten zijn gemaakt en niet om feitelijke uitkeringen.
Beoordeling positie huidige gemeente Venlo
De leden van de fractie van GroenLinks vroegen voorts of het klopt dat
de huidige gemeente Venlo op eigen grondgebied nog 25 jaar vooruit kan voor
woningbouw en industrie.
Het antwoord op deze vraag is ontkennend. Het kabinet heeft bij indiening
van dit wetsvoorstel in de memorie van toelichting destijds aangegeven dat
het herindelingsvoorstel voor Venlo voorziet in de behoefte aan centralere
sturing voor het grootstedelijk gebied. Met het voorliggende voorstel is altijd
beoogd om de centrumfunctie van Venlo met meer kracht gestalte te geven, met
name op het gebied van de ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economische
ontwikkeling en arbeidsmarkt. Zuiver op het gebied van de woningbouwbehoefte
van Venlo kan worden opgemerkt dat deze gemeente in de huidige vorm naar verwachting
over voldoende ruimte beschikt om aan haar woningbouwtaakstelling te voldoen.
Ditzelfde kan niet worden gezegd over de behoefte van deze stad aan voldoende
uitbreidingslokaties voor economische bedrijvigheid. Het huidige Venlo komt
in dat opzicht ruimte tekort om voldoende vorm en inhoud te geven aan haar
functie als logistiek en infrastructureel knooppunt tussen de mainports in
het westen en het Ruhrgebied in het oosten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K. G. de Vries