nr. 220
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een regeling
in de inkomstenbelasting, de loonbelasting en de Invorderingswet 1990 te treffen
voor degene die niet in Nederland woont en voor korte duur in Nederland als
beroep een tak van sport beoefent;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 36, vijfde lid, van de Wet op de
inkomstenbelasting 1964 wordt na «artiest» ingevoegd: of als beroep
een tak van sport beoefent
ARTIKEL II
De Wet op de loonbelasting 1964 wordt als volgt gewijzigd:
A. Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «voor de uitoefening van
zijn bedrijf of beroep» vervangen door: voor de uitoefening van zijn
bedrijf, beroep of andere bezigheid.
2. Aan het derde lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot
van onderdeel b door een puntkomma, toegevoegd:
c. het verrichten of doen verrichten van werkzaamheden die gericht zijn
op het in Nederland laten beoefenen van sport tegen beloning.
B. Na artikel 26b wordt een nieuw artikel
ingevoegd, luidende:
Artikel 26c
1. In afwijking van de artikelen 20, 20a en 26 bedraagt de belasting ten
aanzien van degene die niet in Nederland woont en ingevolge een overeenkomst
van korte duur in Nederland als beroep een tak van sport beoefent (beroepssporter),
20 percent van de som van het loon en de in artikel 11, eerste lid, onderdeel
i, onder 3°, en onderdeel j, bedoelde bedragen.
2. Onze Minister kan, zo nodig onder voorwaarden, ten behoeve van uniforme
heffing bij grensoverschrijdende evenementen het in het eerste lid genoemde
percentage voor bepaalde categorieën beroepssporters tijdelijk verlagen,
doch niet verder dan tot 15 percent.
ARTIKEL III
De Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:
A. In artikel 37 wordt, onder vernummering
van het tweede lid tot derde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting met betrekking tot het
loon van degene die niet in Nederland woont en ingevolge een overeenkomst
van korte duur in Nederland als beroep een tak van sport beoefent, is de persoon
die of het lichaam dat die sportbeoefening in Nederland organiseert, mede
organiseert of doet organiseren.
B. In artikel 50, eerste lid, wordt «artikel
36 of artikel 42» vervangen door: artikel 36, artikel 37 of artikel
42.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juni 2000.
Lasten en bevelen dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst
en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,