nr. 183
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de strafvorderlijke
mogelijkheden tot handhaving van de openbare orde met het oog op grootschalige
ordeverstoringen te verruimen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Het Wetboek van Strafvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 540 vervalt «en ter zake waarvan voorloopige hechtenis
niet is toegelaten».
B
In artikel 541, derde lid, wordt vóór «tot het einde
van het onderzoek» ingevoegd: gedurende ten hoogste twee dagen of, indien
het onderzoek binnen die termijn eindigt,.
C
Aan artikel 542, vierde lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidend: en
kan hij bepalen dat de inverzekeringstelling met de duur van de schorsing
verlengd wordt.
D
In artikel 543, tweede lid, wordt «In het andere geval» vervangen
door: Indien hij daartoe termen aanwezig acht,.
E
Artikel 545 wordt gewijzigd als volgt:
1. Aan het eerste lid worden twee zinnen toegevoegd, luidend: Eenzelfde
bevel kan de rechter-commissaris bij verdenking van misdrijf geven indien
hij van oordeel is dat het voorkomen van herhaling of voortzetting van het
strafbare feit niet afdoende door bevelen als bedoeld in artikel 543, tweede
lid, kan worden verzekerd en de handhaving van de openbare orde de inverzekeringstelling
dringend vordert. Het bevel tot inverzekeringstelling kan slechts worden gegeven
indien aan de verdachte een dagvaarding is uitgereikt om binnen de periode
van inverzekeringstelling voor de rechter te verschijnen.
2. In het tweede lid wordt «vijf dagen» vervangen door: zeven
dagen.
3. Het derde lid vervalt; het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot
derde en vierde lid.
4. In het vierde lid wordt na «zoo spoedig mogelijk» ingevoegd:
doch uiterlijk op de terechtzitting.
5. Er wordt een lid toegevoegd, luidend:
5. Ten aanzien van de verdachte die op grond van dit artikel in verzekering
is gesteld, kan geen bevel tot bewaring worden gegeven.
F
In artikel 548, tweede lid, wordt «derde» vervangen door:
vierde.
G
Artikel 550 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidend:
2. Artikel 40 vindt ten aanzien van inverzekeringstelling door de officier
van justitie en de rechter-commissaris uit hoofde van deze titel overeenkomstige
toepassing.
ARTIKEL II
Indien het bij koninklijke boodschap van 17 september 1999 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Gemeentewet ter verbetering van de mogelijkheden
tot bestrijding van grootschalige verstoringen van de openbare orde (26 735)
tot wet is verheven en in werking is getreden voor of op het tijdstip waarop
deze wet in werking treedt, komt artikel I, onderdeel A, van deze wet te luiden:
A
Artikel 540 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid vervalt «en ter zake waarvan voorloopige hechtenis
niet is toegelaten».
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het geval van ontdekking op heeter daad wordt bij toepassing van de
maatregelen die in deze titel worden omschreven, aanhouding inbegrepen, aanwezig
geacht indien:
a. de vrijheidsbeneming omschreven in de artikelen 154a en 176a van de
Gemeentewet kort na die ontdekking heeft plaatsgevonden en
b. bij aansluitende aanhouding en inverzekeringstelling de toepasselijke
termijnen in acht zijn genomen.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,