26 800
Algemene politieke beschouwingen inzake het in het jaar 2000 te voeren beleid

nr. 238
BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2000

Bij brief van 19 april jl. (bijlage) heeft u mijn aandacht gevraagd voor de notitie Liberalisering Netwerksectoren, in relatie tot de behandeling van de Gaswet. U vraagt daarbij om een integrale notitie over liberalisering en privatisering.

Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Eerste Kamer op 16 en 17 november 1999 heb ik met uw Kamer gesproken over het kabinetsbeleid ten aanzien van liberalisering en privatisering in onder andere netwerksectoren. Namens het kabinet heb ik tijdens deze besprekingen een beleidsnotitie toegezegd over marktwerking en privatisering in deze sectoren. Eenzelfde toezegging was reeds door de Minister van Economische Zaken gedaan bij de behandeling van de begroting van het ministerie van Economische Zaken in de Tweede Kamer.

De achtergrond waartegen het kabinet deze toezegging heeft gedaan was de behoefte bij beide Kamers om een integrale beleidsvisie van het kabinet te krijgen over de wijze waarop de overheid haar verantwoordelijkheid voor publieke belangen in onder andere netwerksectoren (waaronder openbaar vervoer, energie, water, telecommunicatie) op de meest doelmatige en effectieve wijze kan waarborgen. Aan de hand van deze beleidsvisie zouden de afwegingen die rechtvaardigen waarom in verschillende sectoren voor verschillende vormen van regulering en toezicht worden gekozen helder in beeld kunnen worden gebracht. Bovendien zou met deze notitie kunnen worden geïllustreerd welke begrippenkaders en uitgangspunten het kabinet bij deze dossiers hanteert. De ambitie die het kabinet zichzelf daarbij heeft gesteld was te laten zien dat het beleid ten aanzien van netwerksectoren niet alleen consistent is, maar tevens is gegrondvest op het principe dat de overheid een publieke verantwoordelijkheid heeft in deze sectoren en dat deze dient te worden vertaald in heldere wet- en regelgeving en sterk toezicht.

Inmiddels is de notitie op 23 maart jl. door de Minister van Economische Zaken besproken met de vaste commissie voor Economische Zaken van de Tweede Kamer. Uit de discussie die daar gevoerd is blijkt veel waardering voor de analyse die het kabinet heeft gemaakt. Ik heb dat dan ook geïnterpreteerd als steun in de rug voor de uitgangspunten van het kabinetsbeleid in deze sectoren. Over de concrete invulling van deze uitgangspunten in afzonderlijke dossiers zal van geval tot geval met beide Kamers van gedachten moeten worden gewisseld, zoals nu met de Eerste Kamer over de Gaswet.

Het kabinet heeft er bewust voor gekozen om deze notitie te beperken tot de al eerder genoemde netwerksectoren. Niet omdat het een discussie over de semi-publieke sectoren zoals gezondheidszorg, onderwijs, volkshuisvesting en sociale zekerheid uit de weg zou willen gaan, maar omdat zulk een omvattende notitie onmogelijk recht zou kunnen doen aan de verschillen in het overheidsbeleid ten aanzien van enerzijds de netwerksectoren en anderzijds de semi-publieke sectoren. In de aanbiedingsbrief bij de notitie heeft de Minister van Economische Zaken daarom voorgesteld om aan de hand van de al aangekondigde kabinetsnotities over semi-publieke sectoren en de daaruit eventueel voortvloeiende wetgeving met de Kamer van gedachten te wisselen. Ik hoop dat ook de Eerste Kamer zich in deze aanpak kan vinden.

Tot slot merk ik op dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) binnenkort haar rapport «Het Borgen van Publiek Belang» uitbrengt. In de kabinetsreactie daarop zal in meer brede zin worden ingegaan op de vraagstukken die door de Eerste Kamer aan de orde zijn gesteld.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

BIJLAGE De Minister-President

Postbus 20001

2500 EA Den Haag

Den Haag, 19 april 2000

Tijdens de algemene politieke beschouwingen over de Rijksbegroting voor het jaar 2000 in deze Kamer op 16 en 17 november 1999 heeft een aantal fractievoorzitters gevraagd om een integrale notitie over liberalisering en privatisering. U hebt in uw antwoord toegezegd dat een dergelijke notitie aan de Kamer zou worden aangeboden.

Intussen heeft de Kamer een notitie Liberalisering netwerksectoren (Kamerstuk 27 018) ontvangen. De Vaste Commissie voor Economische Zaken heeft besloten deze notitie te betrekken bij de beraadslagingen over de Gaswet, ook waar het het voorbereidend onderzoek betreft. De commissie heeft voorts met de grootst mogelijke meerderheid het College van Senioren geadviseerd u te vragen (alsnog) de gevraagde integrale notitie te zenden, waarin in het bijzonder tevens wordt ingegaan op de gevolgen voor de gebruiker/consument. Het College van Senioren heeft besloten dit advies op te volgen.

Mitsdien verzoek ik u namens de Kamer haar een integrale notitie terzake liberalisering en privatisering te doen toekomen, waarin in het bijzonder tevens wordt ingegaan op de gevolgen voor de gebruiker/consument.

F. Korthals Altes

Naar boven