nr. 26
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de Richtlijn 96/71/EG van het
Europees parlement en van de Raad van de Europese Unie van 16 december 1996
betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten
van diensten (PbEG 1997, L 18) moet worden uitgevoerd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
De artikelen 634 tot en met 642, 645, 646, 647, 648, 658 en 670, lid 2
van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek zijn van toepassing op werknemers, die
tijdelijk in Nederland arbeid verrichten en wier arbeidsovereenkomst wordt
beheerst door ander recht dan het Nederlandse recht.
Artikel 2
Een werknemer die tijdelijk buiten Nederland arbeid verricht of heeft
verricht in een lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij
is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte kan, ongeacht
het recht dat de arbeidsovereenkomst beheerst, met betrekking tot die arbeid
aanspraken ontlenen aan het recht dat eerderbedoelde staat heeft vastgesteld
ter uitvoering van de Richtlijn 96/71/EG van het Europees parlement en van
de Raad van de Europese Unie van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling
van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (PbEG 1997, L 18).
Artikel 3
De Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen
van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 2 worden een zesde en een zevende lid toegevoegd, luidende:
6. Verbindend verklaarde bepalingen gelden ook ten aanzien van werknemers,
die tijdelijk in Nederland arbeid verrichten en wier arbeidsovereenkomst wordt
beheerst door een ander recht dan het Nederlandse recht, indien deze bepalingen
betrekking hebben op:
a. maximale werktijden en minimale rusttijden;
b. het minimum aantal vakantiedagen, gedurende welke de verplichting van
de werkgever om loon te betalen bestaat;
c. minimumloon, daaronder begrepen vergoedingen voor overwerk, en daaronder
niet begrepen aanvullende bedrijfspensioenregelingen;
d. voorwaarden voor het ter beschikking stellen van werknemers;
e. gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk;
f. beschermende maatregelen met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en
arbeidsomstandigheden van kinderen, jongeren en van zwangere of pas bevallen
werkneemsters;
g. gelijke behandeling van mannen en vrouwen, alsmede andere bepalingen
inzake niet-discriminatie.
7. Het zesde lid is slechts van toepassing voorzover de arbeid betrekking
heeft op de activiteiten, die zijn opgenomen in de bijlage bij de Richtlijn
96/71/EG van het Europees parlement en van de Raad van de Europese Unie van
16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met
het oog op het verrichten van diensten (PbEG 1997, L 18).
Artikel 4
Artikel 98 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt
gewijzigd:
1. Onder vernummering van het derde lid tot het vierde lid wordt, na het
tweede lid een lid ingevoegd, luidende:
3. In zaken betreffende een arbeidsovereenkomst is, indien de arbeid tijdelijk
in Nederland wordt verricht, mede bevoegd de kantonrechter binnen wiens rechtsgebied
de werknemer tijdelijk arbeid verricht, voorzover het betreft een rechtsvordering
met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, welke is gegrond
op artikel 1 van de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid, de
artikelen 7 of 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, artikel
2, zesde lid van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren
van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, de artikelen 8 of 11
van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, alsmede artikel 5,
eerste lid, onder b, d, e of f van de Algemene wet gelijke behandeling.
2. In het vierde lid wordt «In zaken betreffende een andere overeenkomst
dan die in het eerste en het tweede lid genoemd,» vervangen door: In
zaken betreffende een andere overeenkomst dan die in het eerste, het tweede
en het derde lid genoemd.
Artikel 5
Een wijziging van de Richtlijn 96/71/EG van het Europees parlement en
van de Raad van de Europese Unie van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten
van diensten (PbEG 1997, L 18) inclusief de bijlage gaat voor de toepassing
van artikel 2 van deze wet en artikel 2, zevende lid, van de Wet op het algemeen
verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten
gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering
moet zijn gegeven.
Artikel 6
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van het Staatsblad
waarin zij is geplaatst.
Artikel 7
Deze wet wordt aangehaald als: Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende
arbeid.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Justitie,