nr. 73
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 18 november 1999
De commissie Financiën1 heeft een brief
d.d. 2 november 1999 gezonden aan de minister van Financiën met betrekking
tot de afhandeling van bovengenoemd wetsvoorstel voor 1 januari 2000 (bijlage
1). De minister heeft deze brief bij brief van 16 november 1999 beantwoord
(bijlage 2).
De commissie brengt hierbij verslag uit van het aldus gevoerde overleg.
De voorzitter van de commissie,
Stevens
De griffier van de commissie,
Hordijk
BIJLAGE 1
Minister van Financiën
Den Haag, 2 november 1999
Geachte minister,
Namens de commissie Financiën vraag ik uw aandacht voor het volgende.
Op de lijst van minister-president met wetsvoorstellen die naar de mening
van het kabinet voor 1 januari 2000 behandeld zouden moeten zijn, staat ook
wetsvoorstel 25 507(Wijziging
van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf teneinde het begunstigingsverbod
te doen vervallen).
De commissie zou graag van u vernemen waarom het noodzakelijk is dit wetsvoorstel
voor 1 januari 2000 af te handelen. Bovendien zou zij willen weten wat de
gevolgen zouden zijn van het niet voor die datum afhandelen van dit voorstel.
Hoogachtend,
de griffier van de commissie,
Marianne Hordijk
BIJLAGE 2
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 1999
25 507 Wijziging van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf
teneinde het begunstigingsverbod te doen vervallen
In antwoord op uw brief van 2 november jl. waarin u mij vraagt waarom
het noodzakelijk is dat opgemeld wetsvoorstel voor 1 januari 2000 wordt afgehandeld
en wat de gevolgen zouden zijn van het niet voor die datum afhandelen van
het voorstel, deel ik u mede namens mijn ambtgenoot van Economische Zaken
het volgende mee.
Het wetsvoorstel vloeit voort uit de in het kader van het project Marktwerking,
Deregulering en Wetgevingskwaliteit (MDW) opgezette onderzoek van de Wet assurantiebemiddelingsbedrijf
(Wabb) voor wat betreft de wettelijke toetredingseisen en het effect op de
markt van de beloningsregels. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek
heeft het kabinet besloten de wettelijke beloningsregels in de Wabb af te
schaffen. Hiertoe werd in september 1997 wetsvoorstel 25 507 (hierna:
Wabb I) bij de Tweede Kamer ingediend. Beoogd werd de met dit wetsvoorstel
door te voeren wijzigingen per 1 januari 1998 in te laten gaan. In verband
met de tijd die de behandeling in de Tweede Kamer vergde en het nader overleg
met marktpartijen, is deze planning niet gehaald.
In april 1999 vond overleg plaats tussen de ministers van Financiën
en van Economische Zaken, vertegenwoordigers van het Verbond van Verzekeraars,
mede namens de tussenpersonenorganisaties NVA en NBvA, en de Consumentenbond.
In dit overleg is overeenstemming bereikt over de voorstellen die aan het
parlement zouden worden gedaan over de verdere procedure ten aanzien van het
onderhavige wetsvoorstel en een tweede voorstel tot wijziging van de Wabb.
Laatstbedoeld wetsvoorstel (Kamerstukken II 26 531; hierna: Wabb II)
zal waarschijnlijk op 18 november a.s., gelijk met Wabb I, worden behandeld
in de Tweede Kamer.
Tijdens het overleg in april jl. is overeenstemming bereikt over een pakket
van maatregelen, waarvan de elementen zijn opgenomen in de Nota naar aanleiding
van het nader verslag (Kamerstukken 25 507, nr. 7, blz. 2). Ter beantwoording
van uw vraag zijn in het bijzonder de volgende afspraken relevant:
• alle partijen zullen meewerken aan de inwerkingtreding van Wabb
I op uiterlijk 1 januari 2000;
• vóór 1 augustus 2001 (d.w.z. 1½ jaar na inwerkingtreding
van Wabb I) zal een evaluatie worden uitgevoerd naar de marktwerking en concurrentie
in het tussenpersonenkanaal en de effecten van Wabb I voor de verzekeringsmarkt;
en
• afhankelijk van de uitkomsten van de evaluatie, wordt de inwerkingtreding
van Wabb II voorzien per 1 januari 2002.
Gegeven deze afspraken is het van groot belang om wetsvoorstel Wabb I
tijdig te behandelen, opdat inwerkingtreding per 1 januari 2000 mogelijk is.
Daar komt bij dat het kabinet zich tot doel heeft gesteld alle MDW-projecten
af te ronden die door «Paars I» zijn gestart. Bij het niet tijdig
afhandelen van wetsvoorstel Wabb I komt niet alleen de tijdige implementatie
van de in MDW-kader genomen besluiten in gevaar, maar is, gezien de onderlinge
samenhang tussen beide wetsvoorstellen, een heroriëntatie op het dan
wenselijke invoeringstraject van Wabb I en Wabb II noodzakelijk. In dat geval
treden ook ingrijpende gevolgen op voor de bedrijfstak. De verzekeringssector
heeft op grond van de verwachting dat Wabb I op 1 januari 2000
in werking treedt, namelijk reeds diverse voorbereidingen getroffen.
De Minister van Financiën,
G. Zalm