25 437
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

nr. 14c
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 1999

Op 26 oktober jl. heeft uw Kamer het wetsvoorstel opheffing algemeen bordeelverbod (25 437) aanvaard. Tijdens de behandeling heb ik meegedeeld dat de wetswijziging, na aanvaarding door uw Kamer, per 1 juli 2000 in werking zal treden. Inmiddels heb ik van de VNG het verzoek ontvangen om de datum van inwerkingtreding tot 1 oktober 2000 uit te stellen, onder andere omdat de gemeentelijke besluitvorming volgens de VNG meer tijd vergt, een aantal gemeenten in de zomermaanden over een beperkte handhavingscapaciteit beschikt en er bovendien rondom het EK 2000 extra inzet van de politie gevergd wordt.

Ik heb begrip voor de argumenten van de VNG en ben daarom bereid om de wetswijziging op 1 oktober 2000 te laten ingaan.

Bijgevoegd ontvangt u het Handboek lokaal prostitutiebeleid1. Het handboek wordt nog dit jaar aangeboden aan de gemeenten, de politieregio's, de arrondissementsparketten van het Openbaar Ministerie, de GGD-en, de Arbeidsinspectie, de Belastingdienst en diverse andere belanghebbenden.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals


XNoot
1

De bijlage is ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 123389.6.

Naar boven