23 993
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en andere wetten met het oog op de opneming in het Wetboek van Strafrecht van eenvormige strafbepalingen inzake het verstrekken van onware gegevens en het nalaten te voldoen aan wettelijke verplichtingen om tijdig gegevens te verstrekken (concentratie strafbaarstelling frauduleuze gedragingen)

nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 1999

Hierbij bied ik U aan met het oog op mogelijke mondelinge behandeling van het wetsvoorstel concentratie strafbaarstelling frauduleuze gedragingen (kamerstukken I, 1995–1996, ev. 23 993) de adviezen van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, de Nederlandse Orde van Advocaten en het College van Procureurs-Generaal inzake het regeringsstandpunt betreffende de wettelijke strafmaxima². Op basis van deze adviezen kan worden vastgesteld dat het uitgangspunt dat eigenlijke en oneigenlijke vermogensdelicten met een maximale gevangenisstraf van vier jaar bedreigd worden, bijval lijkt te vinden. De Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak is van mening dat het principieel niet op de weg ligt van de rechterlijke macht om een oordeel over de hoogte van wettelijke strafmaxima te geven, maar geeft wel aan de huidige strafmaxima voor valsheid in geschrifte en de fiscale fraudedelicten in balans te vinden (6.1). Het gestelde onder 6.3 van dit advies lijkt bedoeld als aansporing tot overdenking van het strafmaximum gesteld op verduistering in die zin, dat een verhoging naar vier jaar daar wellicht zelfs ook in de rede zou liggen. De Nederlandse Orde van Advocaten stelt dat zij zich over het algemeen kan vinden in hetgeen in de nota wordt uiteengezet over de vermogensdelicten. Opmerkingen worden slechts geplaatst bij de strafpositie van winkeldiefstal en oplichting. Het College van Procureurs-Generaal tenslotte bepleit in dit verband, dat op verduistering dezelfde straf wordt gesteld als op diefstal.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

---

1 De eerder verschenen stukken inzake dit wetsvoorstel zijn gedrukt onder EK nrs. 178 t/m 178b, vergaderjaar 1995–1996; 48 en 48a, vergaderjaar 1996–1997; 329 en 329a, vergaderjaar 1997–1998; en 39, vergaderjaar 1998–1999.

2 Is ter inzage gelegd op het Centraal Informatiepunt onder griffienr. 124820.