nr. 211
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet
toezicht kredietwezen 1992 een bepaling op te nemen die het mogelijk maakt
regels te stellen betreffende de verstrekking van informatie door kredietinstellingen
aan het publiek;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet toezicht kredietwezen 1992 wordt als volgt gewijzigd:
A
In hoofdstuk XII wordt na paragraaf 4, onder vernummering van paragraaf 5
tot en met paragraaf 8 een nieuwe paragraaf ingevoegd die komt te luiden:
Paragraaf 5. Verstrekking van informatie aan het
publiek
Artikel 85a
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aan kredietinstellingen die
ingevolge artikel 52, tweede lid, onder a, b, of c, zijn geregistreerd regels
worden gesteld met betrekking tot aan het publiek te verstrekken informatie.
B
In artikel 90b, eerste lid, wordt «en 85,» vervangen door:
85 en 85a,.
C
In artikel 90c, eerste lid, wordt «en 85,» vervangen door:
85 en 85a,.
D
Aan artikel 90d wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. In afwijking van het eerste lid worden de bedragen van de boetes terzake
van overtreding van de afzonderlijke regels, gesteld bij de algemene maatregel
van bestuur, bedoeld in artikel 85a, bepaald op de wijze als voorzien in die
algemene maatregel van bestuur. Het eerste tot en met vierde lid zijn van
overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL II
In artikel 1, onder 2?, van de Wet op de economische delicten, onder de
Wet toezicht kredietwezen 1992, wordt «en 85» vervangen door:
, 85 en 85a;.
ARTIKEL III
1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 18 december 1997 ingediende
voorstel van wet houdende opneming in de Wet toezicht beleggingsinstellingen,
de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de
Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf, de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993,
de Wet inzake de wisselkantoren, de Wet melding zeggenschap in ter beurze
genoteerde vennootschappen 1996 en de Wet financiële betrekkingen buitenland
1994, van bepalingen betreffende handhaving door middel van een dwangsom of
een bestuurlijke boete en van bepalingen betreffende de rechtsgang (Kamerstukken
II 1996/1997, 25 821), op een later tijdstip in werking treedt, treden
in afwijking van het eerste lid, de onderdelen B, C en D van artikel I in
werking met ingang van dat latere tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,