26 078
Bepalingen inzake redenominatie van schuldtitels in verband met de deelname door Nederland aan de Economische en Monetaire Unie (Wet schuldredenominatie)

nr. 59b
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 18 november 1998

Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de CDA-fractie aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

De leden hier aan het woord hadden rekening gehouden met de komst van dit wetsvoorstel. Zij waren onaangenaam verrast door het feit dat het wetsvoorstel zo laat is ingediend, en dat de minister van Financiën zo laat heeft bedacht dat aanvaarding van het voorstel voor 1 december a.s. nodig is.

Hoewel deze leden aan het laatste mee wilden werken, meenden zij dat enkele punten onvoldoende toegelicht zijn. Om meer duidelijkheid te krijgen wilden zij enkele vragen stellen.

Artikel 1 definieert de overheid als «de algemene overheid» bedoeld in artikel 8, is de precieze vierde lid, van de verordening». Wat formulering van «algemene overheid» in de verordening?

De artikelsgewijze toelichting spreekt over «rijksoverheid en lagere overheden alsmede de sociale fondsen». Wil de minister nauwgezet aangeven wat algemene overheid inhoudt. Deze leden meenden dat daaronder begrepen zijn politieregio's («lagere overheden»), instellingen voor hoger onderwijs, e.a. M.n. waar het gaat om verzelfstandigde overheidsorganisatie is een goede afbakening van «algemene overheid» gewenst.

Het wetsvoorstel spreekt in de artikelen 1 en 2 over de overheid, waarmee bedoeld is de algemene overheid. De memorie van toelichting spreekt regelmatig over de Staat. Kan de regering duidelijkheid verschaffen? Deze leden wezen er op dat in de samenleving kennelijk de mening leeft dat het om de redenominatie van staatsschuld gaat en niet meer om schuld van overige publiekrechtelijke lichamen. Zij verwezen bijv. naar de recente Bankbrief van de BNG waar gesteld wordt dat een geldnemer een verzoek tot conversie kan indienen.

In artikel 2, tweede lid wordt in de eerste zin gesproken over «een lid-staat». Had de formulering niet moeten luiden «een andere lid-staat»?

Het wetsvoorstel ziet op redenominatie van de uitstaande hoofdsom. De interestverplichting en de aflossingsverplichtingen luiden normaliter in procenten. Is het niet gewenst om te bepalen dat de interest- en aflossingsbetalingen na de redenominatie in euro's kunnen plaatsvinden? Zijn er overigens geen andere verplichtingen welke in nominale termen zijn geformuleerd, zoals bijv. een premie bij de vroegere premie-obligaties? Indien uitstaande schulden dergelijke andere nominale termen zijn gehanteerd, dan had het wetsvoorstel daar toch bepalingen voor moeten bevatten?

Met de tijdige beantwoording van de vragen acht de commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Boorsma

De griffier van de commissie,

Hordijk


XNoot
1

Samenstelling: Boorsma (CDA) voorzitter, De Boer (GL), Van Dijk (CDA), Stevens (CDA), Schuyer (D66), Hilarides (VVD), Rensema (VVD), Van den Berg (SGP), Wöltgens (PvdA), Ter Veld (PvdA) en De Haze Winkelman (VVD).

Naar boven