nr. 175
VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES
VAN STAAT1
Vastgesteld 11 december 1997
Het voorbereidend onderzoek gaf de leden van de VVD-fractie
aanleiding tot het formuleren van de volgende opmerkingen en vragen.
De leden hier aan het woord stelden met voldoening vast, dat met de indiening
van dit wetsvoorstel tegemoet wordt gekomen aan een aantal bezwaren vanuit
de Eerste Kamer tegen het initiatiefvoorstel Van Boxtel (Kamerstukken II,
23 259). Vooral het voorstel van de regering om, overeenkomstig het pleidooi
van de VVD-fractie, naast de private sector ook de publieke sector onder de
reikwijdte van de wet te brengen, had hun instemming.
In dit verband stelden zij nog een tweetal vragen.
Kan de regering verklaren hoe het in het langdurige proces van totstandkoming
van de Wet op de medische keuringen kon voorkomen, dat de opvatting van de
indiener van het wetsvoorstel dat uitbreiding van de werkingssfeer naar de
publieke sector «complicaties oplevert en buiten het vermogen van de
indiener ligt» door andere betrokkenen bij het wetgevingsproces kennelijk
nimmer is gecorrigeerd? Immers nu, na de bezwaren vanuit de Eerste Kamer,
blijkt de problematiek ineens wel oplosbaar door een zeer eenvoudige wijziging
in de tekst van de wet.
Is het voorts zeker, dat het brengen van de publieke sector onder de reikwijdte
van de Wet op de medische keuringen, elders geen wijzigingen in wetgeving
noodzakelijk maakt?
Vertrouwende dat deze vragen tijdig zullen worden beantwoord, acht de
commissie de openbare beraadslaging over het onderhavige wetsvoorstel voldoende
voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Grewel
De griffier van de commissie,
Hordijk
XNoot
1Samenstelling: Postma (CDA), Holdijk (SGP), Van Dijk (CDA), Staal (D66),
Jurgens (PvdA), De Beer (VVD), Batenburg (AOV), Rensema (VVD), Schoondergang-Horikx
(GroenLinks), Grewel (PvdA) voorzitter, Hendriks, Bierman, Wiegel (VVD), De
Wit (SP) en Hirsch Ballin (CDA).